Grenswachters 1 in 1956.
Grenswachters 1 in 1956.

Honderd jaar voetbal in Putte

Algemeen

PUTTE - Begin vorige eeuw. Vanaf bakermat Engeland was de populariteit van het voetbalspel definitief naar het Europese vasteland overgewaaid. Ook in de West-Brabantse contreien staken de plaatsen waar wat werd balletje getrapt de kop op. Van echte voetbalvelden was nog geen sprake. Het zou tot 1912 duren vooraleer Marijntje Wijnings van het paternosterfabriekje aan de Grensstraat het idee opperde om de plaatselijke jeugd wat om handen te geven. 

Dit kreeg alom gehoor in Putte. Het Café van de gebroeders Jansen werd clubhuis, erachter verrees een heus voetbalveld. ‘Hollandia’ was een feit en met twee elftallen speelde men zeven jaar hoofdzakelijk vriendschappelijke wedstrijden tegen Belgische clubs. Ondanks al het enthousiasme ging Hollandia ter ziele toen Wijnings Putte verliet.

Voetbal was echter niet meer uit Putte weg te denken. Samen met een twintigtal leeftijdsgenoten vond de 15-jarige Alexander Hoendervangers een nieuwe geschikte plek om te voetballen. Ze klopten bij landeigenaar Montré aan. Hij ging akkoord en met man en macht werd een heideveld ter hoogte van de huidige Moriaansdreef-Biezendreef geprepareerd. Van de contributie van twee cent in de week werd voor 3.60 gulden een echte leren bal gekocht. De roep om een echte voetbalclub werd luider.

Op 20 december 1921 werd er daarom een vergadering belegd in Café Bellevue van de familie Van Beeck. Die avond werd Frans Huijbrechts tot voorzitter gekozen. Benedictus van Beeck nam de rol van secretaris-penningmeester op zich. Victor Willemsen en Frans Hoendervangers werden commissaris en Egidius van Beeck nam het materiaalbeheer voor zijn rekening. Vanzelfsprekend fungeerde Café Bellevue als clubhuis. Als clubnaam koos men voor ‘Sparta’. De Belgische rijwielhandelaar Thor Luijckx was op de eerste vergadering aanwezig en zei die avond dertien groenrode truien voor de spelers en een speciale trui voor de keeper toe. Aanvankelijk speelde men vriendschappelijke duels met clubs uit omliggende gemeenten. Later kwam men uit in zowel de Belgische als ook Nederlandse competitie. Na de Tweede Wereldoorlog wijzigde de tenaamstelling in Grenswachters en nam de vereniging een voorname plaats in de Putse dorpsgemeenschap in. Vele hoogtepunten sieren sindsdien de clubhistorie. Ontelbare spelers, bestuurders en supporters bepaalden het verdere verloop van de groengele geschiedenis.

Pandemie

Honderd jaar na de oprichting zorgde een wereldwijde pandemie voor een noodgedwongen pas op de plaats. “Zaterdag 18 december hadden we onze grote feestdag gepland. Voor de jeugd, een receptie en avondparty. Met Pinksteren doen we dat nog eens met terugwerkende kracht over”, aldus voorzitter en derde-generatie Grenswachters-lid Daniël Janssens (53). De preses zelf voetbalde vele jaren in de selectie alvorens hij toetrad tot het Grenswachters-bestuur. “Inmiddels zijn we een kleine twintig jaar verder, waarvan zes als voorzitter. Ik zou tot minimaal het jubileum aanblijven. Daar komen er nog twee bij. Een periode waarin we ons gaan focussen op onze zelfstandigheid. Het behoud van onze elftallen, misschien een 7x7 team. Daarnaast zetten we volop in op de verduurzaming van het sportpark en complete nieuwbouw van kantine en kleedkamers. We zijn hierover in overleg met de gemeente en blijft vooralsnog even afwachten. Tot het zover is gaan we op 4 en 5 juni eerst een gepast feestje bouwen!”