Afbeelding

Veehouders bezorgd om stikstofregels provincie

Algemeen

ZUIDWESTHOEK - HALSTEREN - Het wemelt al weken door de media: de provincie Brabant draait de duimschroeven aan bij de veehouderij. Die zou teveel ammoniak uitstoten, wat leidt tot teveel stikstof in de natuur met alle negatieve gevolgen van dien. Strengere milieu-eisen, die aanvankelijk in 2028 van kracht zouden worden, gaan als het aan milieugedeputeerde Johan van den Hout ligt wellicht al in 2022 in. Een gesprek met twee veehouders uit de Zuidwesthoek leert dat die zich grote zorgen maken over hun toekomst. "De onzekerheid is het allerergste", zeggen ze.

De Woensdrechtse varkenshouder Henk Roefs (58) nam actief deel aan de dialoog die leidde tot de strengere milieu-afspraken voor de veehouderijbranche. "Innoveren is per definitie goed, en daar hebben wij als ondernemers ook baat bij. We zijn allemaal trots op het feit dat de Nederlandse land- en tuinbouwsector tot de beste ter wereld behoort. Als er problemen zijn moet je daar niet voor weglopen, en streven naar het beste op gebied van diergezondheid, voedselveiligheid en omgeving is goed. Maar we moeten ook realistisch zijn: als een stal écht zou slecht zou zijn voor de omgeving zouden wij boeren er het meeste last van hebben, wij wonen met ons gezin namelijk naast de stal. Wij hebben er alle belang bij om rekening met onze omgeving en onze medewerkers te houden. Natuurlijk heeft een boerenbedrijf invloed op de omgeving, maar we waken er zelf zorgvuldig voor dat we geen overlast bezorgen en zo gezond en veilig mogelijk werken. Voor onszelf, voor ons personeel, voor onze buren en voor de natuur."

Financiering

Roefs is lovend over de dialoog en de nieuwe afspraken, maar noemt het feit dat de afspraken niet in 2028, maar plotsklaps in 2022 zouden moeten ingaan een "klap in het gezicht van de veehouders." Hij vat het probleem kort en duidelijk samen: "In mijn bedrijf heb ik 735 zeugen en zo'n 5000 vleesvarkens op een vloeroppervlak van zo'n 13.000 vierkante meter. Mijn stal heb ik in 2004 in gebruik genomen, die voldeed toen aan de strengste eisen en zit nu ongeveer op de helft van zijn begrote levensduur. Dat stalsysteem zou ik nu versneld moeten ontmantelen. Om te voldoen aan de eisen zouden we zo'n 350.000 euro moeten investeren, terwijl dat weinig tot geen extra inkomsten oplevert. Dat maakt het vinden van financiering bijzonder lastig, en hoewel ik optimistisch ben weet ik ook dat ik een probleem heb als dat niet lukt."

Halsternaar Peter Oerlemans (47) heeft naast bij zijn zorgboerderij en boerderijwinkel Den Hof zo'n 70 melkkoeien en nog 70 stuks jong- en vleesvee. Ook hij is allerminst blij met de plannen van de provincie. "Mijn vertrouwen in de overheid is weg. Ik ben iemand die graag de touwtjes in handen heeft, maar met het woud aan regels lukt dat haast niet meer. Bovendien baal ik van het feit dat de boer nu wordt weggezet als grote milieuvervuiler." 

"Nadat in 2015 het melkquotum is afgeschaft zijn veel melkveehouderijen gegroeid, en de overheid gaf daarvoor ook vergunningen af. Boeren hebben daarin geïnvesteerd en worden nu keihard afgestraft omdat nu de fosfaatuitstoot weer naar beneden moet. Kleine veehouderijen worden onevenredig hard gestraft, juist omdat ze klein zijn. En hier in West-Brabant zitten relatief veel van die bedrijven, de grote veehouderijen zitten vooral in het oosten van de provincie. Ik heb al jaren plannen voor een samenwerking met een collega, die mijn jongvee zou gaan opfokken op zijn locatie. Door de onduidelijkheid kunnen we daar nu niet mee verder, maar die – piepkleine – schaalvergroting heb ik wel nodig, zodat mijn dochters straks ook een boterham kunnen verdienen in het bedrijf. Wij hebben ons risico gelukkig nog gespreid, maar voor iedereen in onze sector worden dit spannende maanden. Het is niet leuk werken op deze manier", vertelt Peter Oerlemans.

Oerlemans en Roefs maken zich zorgen over hun concurrentiepositie, omdat andere provincies vooralsnog niet met deze in hun ogen nogal draconische maatregelen te maken krijgen. "Fair Trade kun je dat nauwelijks noemen", zegt Roefs, "onze kostprijs gaat de hoogte in en dat kunnen we nergens terughalen. Als sector willen we heus innoveren, en we willen ook echt investeren, maar we willen wel redelijk de tijd krijgen om de juiste investeringen te doen. En we willen vooral overleven. Dat de gedeputeerde niet verder in gesprek gaat met de land- en tuinbouworganisaties vind ik jammer. Deze maatregelen zijn onrechtvaardig, maar op deze wijze een politieke visie doordrukken vind ik twijfelachtig, en een belediging naar de inspanningen van de veehouders. Het is hier toch geen dictatuur? De maatregelen worden binnenkort door de rechter getoetst, ik hoop dat het verstand zegeviert."

Onrechtvaardig

Roefs en Oerlemans zien voor hun eigen bedrijven nog wel toekomstperspectief, en blijven optimistisch. Tegelijkertijd voelen ze mee met de collega's die wél in de serieuze problemen terechtkomen wanneer de regels versneld verscherpt worden. "In de komende maanden zitten heel wat veehouders te zweten boven hun rekenmachines", somberen ze. Oerlemans hoopt dat solidaire streekbewoners nog eens een extra bezoekje aan zijn boerderijwinkel brengen, terwijl Roefs hoopt dat de Woensdrechse Boerendagen op zaterdag 9 en zondag 10 september, extra druk bezocht zullen worden. "Daar kunnen we laten zien wat we doen en hoe we het doen. Boeren zijn van nature geen praters en vertellen soms te weinig wat ze doen om zo veilig en milieuvriendelijk mogelijk te werken. Misschien zijn we daarom makkelijke slachtoffers. Alle winst op stikstofgebied bij ons halen is enorm onrechtvaardig."

Henk Roefs is optimistisch maar denkt dat financiering vinden om aan regels te voldoen een grote uitdaging wordt.