Afbeelding

Coen Michielsen trekt stekker uit ODIO 1

Algemeen

OSSENDRECHT – De bookmakers van de wedkantoren in en rond Ossendrecht draaien overuren. De liefhebbers van historisch besef gokken op een volmondig ja, een kleine groep twijfelaars houdt het op een wankel evenwicht, insiders geloven ditmaal in diens gesproken woord en gedane belofte. Coen Michielsen verdedigt niet langer de clubkleuren in het shirt van ODIO 1. Na exact 401 officiële wedstrijden in dienst van de groenwitte hoofdmacht is het definitief gedaan met onvoorwaardelijke inbreng van de ‘Wicker’. Voor aanvang van het laatste competitieduel tegen Noordhoek stond de ODIO-familie op Sportpark De Heiloop feestelijk stil bij het behalen van de mijlpaal en aanstaand afscheid.

Bijna twee decennia terug was het trainer Huub van Gulik die een nog maar 15-jarige jonge ‘Coentje’ aan het grote werk laat ruiken. Een seizoen later schopt de junior het al tot vaste waarde van ODIO 1. Bij in totaal negen opeenvolgende trainers is hij onomstreden. Ook bij de huidige voorzitter Roger Withagen, in de A en B-jeugd en het seizoen 2011-2012 tevens hoofdtrainer te Ossendrecht. “Van Coen kon je op aan. Een echte teamplayer met een enorm voetbalinzicht en technisch vermogen. Jammer is dat hij nooit een echte ‘leider’ was. Zit niet in zijn karakter.”

Verbeelding

Ook Coen Michielsen (34) is enige zelfkennis niet vreemd. “Op het niveau waar ik altijd heb gespeeld, kon ik volgens mij redelijk mee. Als rechtshalf of rechtsbuiten, spits of aanvallende middenvelder was ik meestal op de helft van de tegenstander te vinden. Verdedigen was niet mijn ding. Hoe ik de geschiedenis in ga? Geen idee. Misschien als speler die nimmer verzaakte.”

In negentien seizoenen deelde hij met ontelbare medespelers de kleedkamer en streed schouder aan schouder voor de ODIO-belangen. Van incidenteel met spelers als Jens Merveille, Martijn Hersleven tot veelvuldig met mannen als bijvoorbeeld Rob van der Poel, Mitchell Elenbaas, Roy Carpentier. Wie spreken er tot je verbeelding? “Alle elftallen waarin ik speelde waren opgebouwd uit teamspelers. Op basis van collectiviteit kwamen we wekelijks in actie. Natuurlijk waren er altijd wel enkele spelers die het verschil konden maken. In het begin was Wesley Van Aelst als spits een geweldig eindstation van menig aanval. Chris de Moor beschikte over enorme kwaliteiten als keeper. Jammer dat hij niet alleen voetbal als hobby had. Later veranderde Maikel van der Poel enkele seizoenen alles wat hij aanraakte in goud”, blikt Coen Michielsen terug.

Achterwerk

Jaar in jaar uit werden de wedstrijden aaneengeregen. De krenten in de pap? “Natuurlijk de vele derby’s. In de meeste seizoenen was het dikwijls al snel duidelijk dat we niet echt om de hoofdprijzen zouden meedoen. Ik leefde dan vooral naar de onderlinge confrontaties met METO, Grenswachters, WVV’67 en later ook Vivoo toe. In 2012-2013 kwam echter alles bij elkaar en streden we met WVV’67 om de titel. Het kwam op de allerlaatste wedstrijd in Woensdrecht aan. We wonnen met 3-0 en pakten het kampioenschap. Weliswaar in de Vijfde klasse maar de ontlading was er binnen ODIO niet minder om. Het was immers 38 jaar geleden dat het eerste elftal kampioen was geworden. Tot slot staat me nog een uitduel met Grenswachters bij. We waren buiten het veld goed bevriend met die gasten. In aanloop was er al een hoop stemming gemaakt. Joeri Van Aelst scoorde en liep met ontbloot achterwerk langs de Putse hoofdtribune. Hij was even vergeten dat hij door de week leerkracht op de Putse basisschool was en dat er toch wel wat ouders en ook kinderen de wedstrijd bezochten. Heeft op maandagochtend toch te horen gekregen dat werk en privé soms wel heel dicht bij elkaar liggen”, lacht Coen Michielsen. 

Prioriteit

Binnen het ODIO-collectief werd Coen Michielsen veelvuldig individueel geprezen en schopte het diverse keren tot clubvoetballer van het jaar. Ook in groter verband oogstte hij roem. In het seizoen 2017-2018 volstonden 18 treffers voor de zilverenschoen der Zuidwesthoek-topscorers. Aan het eind van vorig seizoen ontving hij achter Matt Luijkx (WVV’67) en Jens Hermans (METO) bronzen hulde. Een mooi moment om het selectievoetbal vaarwel te zeggen en het op lager niveau te proberen. “Dat was ook de bedoeling. In de laatste seizoenen merkte ik dat ik steeds meer moeite kreeg dat bij jonge spelers het voetbal minder prioriteit had. Niet dat ik van ‘vroeger was alles beter’ ben, maar het was duidelijk anders. Toen ik bij de selectie kwam was het geen waar om een training of wedstrijd te missen vanwege een feestje, school of weekendje weg. Dit is echter niet alleen bij ODIO hoor. Het is van deze tijd”.

Mister ODIO

Na vijf wedstrijden klopte nieuwe trainer Erwin van Schilt toch weer bij zijn oude teamgenoot aan. “Voor het thuisduel met BSC was het team door vele blessures onderbezet. Of ik toch niet een keer wilde aansluiten. We wonnen met 3-1, ik maakte er twee en kon terugkijken op een mooie incidentele rentree. In het verdere verloop gebeurde dat nog diverse keren totdat de kaap van 400 duels in zicht kwam. Ik was er zelf niet zo mee bezig, maar rond mij merkte ik dat het wel leefde.”

Inmiddels werd er een definitieve punt gezet. Werk, gezinsuitbreiding en de vrije zondag lonken. Of moet Mister Odio Jan van der Poel (511 wedstrijden) zich zorgen gaan maken. “Nee, dat hoeft echt niet. Hij kan met een gerust hart gaan slapen”, besluit Coen Michielsen. 

Coen Michielsen kampioen in 2012-2013.