Afbeelding

Brabantse kerstgedichten

Algemeen

ZUIDWESTHOEK - REGIO - De Brabantse Kerstgedichtenwedstrijd wordt dit jaar voor de 25ste keer georganiseerd. Oorspronkelijk was dit in Ravestein, later in Boxmeer en sinds 3 jaar in Lith (gemeente Oss). Vanaf het moment dat het in Boxmeer kwam, werd besloten dat het gedicht in een Brabants dialect geschreven moest zijn. Het thema is vrij, maar het moet een kerstgedicht zijn van maximaal 30 regels.

De onafhankelijke vakjury selecteert elk jaar de twintig mooiste gedichten uit de inzendingen. De twintig dichters worden dan uitgenodigd om hun gedicht te komen voordragen. Gewoonlijk gebeurt dat voor een stampvolle zaal, maar dat kan de laatste twee jaar helaas niet meer. Aan het slot komt de wethouder van cultuur de eerste prijs uitreiken. Er is ook een tweede en een derde prijs. De overige 17 finalisten krijgen ook een pakketje met leuke herinneringen mee.

Thema

Inmiddels hebben al 500 gedichten de finale bereikt. Welk thema moet je dan nog kiezen voor je gedicht? Jan Luysterburg uit Hoogerheide nam al vaker deel aan de Brabantse Kerstgedichtenwedstrijd en heeft dit jaar het volgende gedacht: ‘We hebben het altijd wel over kerstfeest, maar in een gezin gebeuren soms dingen waardoor het nooit meer een feest wordt. Denk aan een ontslag, een rampgebeuren of erger nog: een overlijden. Dat heb ik dit jaar als thema gekozen. Niet vrolijk, maar daar kan ik nu ook niets meer aan doen’.

Luysterburg heeft zo links en rechts mensen uit zijn omgeving aangemoedigd om ook mee te doen. Hij is immers al zo vaak de enige West-Brabander geweest in de finale. Zijn aanmoediging heeft resultaat gehad, want verschillende mensen uit Bergen op Zoom en Hoogerheide hebben dit jaar meegedaan. “Ik weet in elk geval dat Paul Asselbergs ook in de finale staat. Zodoende kunnen we fijn samen gaan. Voor mij is het mijn tiende finale. Ik ben echter nog nooit in de prijzen gevallen. Dat maakt me niet veel uit. Voor mij is het een prachtige gelegenheid om het dialectschrijven te promoten. Bovendien is het altijd een leuke, gezellige, sfeervolle middag.”

Het kerstgedicht van Jan Luysterburg:

Kerstverdriet

Marie en Jos waore zoow gelukkeg

D’r jirste kiendje wier verwaacht

Rond de Kerst zou ’t geboore worre

Meschien zellefs wel in de kerstnaacht.

’t Kiendje zouw Noël gaon jeete

Noëlla a’t ’n meske was

En ’t wiegske waorin Jos ad geleege

Kwaam opnuuw wir goed van pas.

D’r wier van alles aongeschaft

Kljeerkes, luiers, kinderwaoge

De kinderkaomer wier be’ange

Noëlleke ad niks te klaoge.


Marie en Jos, ze leefde zaoleg

In ’n mwooie rwooze roes

Tot ’t ongeluk injees kwaam

As ’n èèzege kouwe does

‘t Kiendje wier toen dwood geboore

‘t Lichaomke nog vuste klèèn

Nwoot mir zouw ‘t kerstfjeest nog

Vur zöllie ’n fjeest van vreede zèèn