Eddy van Wezel houdt zijn boerderij gezond.
Eddy van Wezel houdt zijn boerderij gezond. Foto: Dennis van Loenhout

Gezond van gewas tot koe

Algemeen

HUIJBERGEN – Voedsel is een eerste levensbehoefte. En dat er voedsel is, dat vinden we – zelfs in de coronacrisis – volstrekt normaal. Maar dat is het niet, weet Huijbergenaar Eddy van Wezel. 

Met zijn melkveebedrijf is hij onderdeel van die keten. Op de spaarzame momenten dat hij daarbij stilstaat maakt dat hem trots.

Met zijn 75 melkkoeien produceert Eddy van Wezel jaarlijks zo’n 600.000 liter melk. Hij is de derde generatie van een familiebedrijf, dat in 2015 de overstap maakte naar een volledig biologische bedrijfsvoering. “In ons bedrijf staat alles in het teken van de voederwinning en verzorging van ons vee”, zegt hij. “We telen zelf mais, voederbieten en grasklaver en daarbij gebruiken we dus geen gewasbeschermingsmiddelen en geen kunstmest. Het proces is daarmee wel iets arbeidsintensiever, maar ook uitdagender. Het betekent dat ik dat ik mijn gewassen en dieren nauwlettender in het oog moet houden en bijvoorbeeld de onkruidgroei met mechanische middelen in toom moet houden.”

De meeste van de véél meer dan 40 uur die Van Wezel per week werkt is hij bezig met zijn koeien, zijn gewassen en zijn land. Maar soms heeft hij ook de tijd om na te denken over de zin en onzin van zijn mooie vak. “In de jaren ’50 werkte nog ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking op het land”, zegt hij, “nu zijn dat nog maar zo’n 600.000 mensen. Dat we in amper één generatie zo efficiënt zijn gaan werken dat we met veel minder mensen niet alleen onze eigen voedselvoorziening zelfs in crisistijd op peil kunnen houden, maar ook nog grote hoeveelheden kunnen exporteren is een enorme prestatie voor onze vitale beroepsgroep. Daarop ben ik best trots, want voedsel is de basis voor een gezonde samenleving.” Wel vindt Van Wezel dat voeding duurder zou moeten zijn, zodat hij en zijn collega’s een reële vergoeding krijgen voor hun noeste arbeid: “De krijg van voedselvoorziening kun je zo groot maken als je wil”, zegt hij, “maar ik zou graag zien dat mensen de melk van onze nationale melkfabriek kiezen boven de iets goedkopere melk uit Duitsland. Dat is een vorm van lokaal kopen die een eerste stap zou kunnen zijn op weg naar eerlijkere prijzen. Dat de consument graag zo min mogelijk betaalt begrijp ik, maar mensen zouden zich wat meer mogen beseffen waar hun voeding vandaan komt, en wat er bij komt kijken. Ik denk dat niemand zich zorgen maakt of er ondanks de grote droogte volgende winter wel voldoende aardappelen zijn. Dat de schappen in de supermarkt zelfs tijdens de coronacrisis gevuld blijven zegt alles over hoe goed wij onze voedselvoorziening zelfs in extreme omstandigheden voor elkaar hebben.”

Dat “lokaal” kopen loont weet Van Wezel zeker. Hij is trots op de biologische melk die hij in Huijbergen produceert: “Het productieproces is arbeidsintensief en uitdagend, maar daar hou ik van. Onze melk is heerlijk vol van smaak, en onze koeien krijgen maar zelden antibiotica en eten gezonde gewassen. Ze zijn net zo gezond als onze melk.”