Wielertaal in De Bezemwagen

Opnieuw een bloemlezing uit de mooie & rijke wielertaal.

 "ZKV-koers"; Wielerwedstrijd waarin weinig gebeurt. Levert een Zeer Kort Verhaal op dus. "Afgesneden benen"; Helemaal leeggereden. "Ancien"; Zeer ervaren coureur die exact weet "hoe de hazen lopen". "Barrage maken"; Volgauto's moeten aan de kant want verschil tussen groepen wordt te klein. "De benen verticuteren"; Over de kop jagen. "Bietenbrug"; Staat vol met verliezers. "Bonificaties"; Seconden die terug tellen! "Drinkbus"; Grote groep -bergop- geloste renners. "Even een Ekimovje / Nijdampje / Cancellaraatje doen"; Demarrage op 1 kilometer van de finishstreep. "Meta Volante"; Spaanse tussensprint. "Palmares"; erelijst van een renner. "De grote molen draaien"; Met zware versnelling rijden. "Piemelverzetje"; Zeer lichte versnelling trappen. "Puist"; Helling met klein hoogteverschil. "Qua uitvoering een 9"; Waardering van valpartij zonder veel gevolgen. "Ravitaillering": Schafttijd, plaats waar etenszakjes worden aangereikt. Een heel aparte uidrukking is "Triskaidekafobie"; Angst voor rugnummer 13 als ongeluksgetal. "Ridder te voet"; Coureur met materiaalpech. "Scherp staan"; Afgetraind zijn & de juiste vorm hebben. "Jassen"; Stevig doorrijden. "Het loopt samen"; Hergroepering. "De kaarten op tafel gooien"; Het initiatief nemen in de koers. "Het in zijn sacoche hebben"; De concurrentie overheersen. "Lorejassen"; Samenzweerders. "Poeder in de benen hebben"; Macht en kracht tonen. "Chou-Chou"; Publiekslieveling. "Op tram 3 springen"; Renner in nadagen van zijn carrière contract aanbieden. "Piepkuiken"; zeer jonge beroepsrenner. "Tegen de kuiten rijden"; Op korte afstand van de kopgroep volgen. "Zijn geweer klaarmaken"; Een ontsnapping plannen. "Podiumrijp"; Kans maken op een ereplaats. "Kerstmis & Pasen tegelijk"; Etappe winnen én leiderstrui veroveren. "Hoerenchange hebben"; Met veel geluk zegevieren. "Koersen om te durven verliezen"; Voor de aanval kiezen. "Afloper"; Langzaam leeglopende band. "Op 1 been winnen"; Met overmacht de zege behalen. "Bokkenkar"; Racefiets van zeer slechte kwaliteit. "Courage"; Moedig, dapper, lef. "Een duffer krijgen"; Mentale inzinking. "De duiven"; Achterblijvers in een bergetappe. "Exploot"; Prestatie. "Forfait geven"; Niet op komen dagen. "Koninginnenrit"; Zwaarste etappe in een rittenkoers. "Een pikuur zetten"; Doping gebruiken met injectienaald. "Schavotje"; Erepodium. "Het stuur opvreten"; Uiterste krachtsinspanning. "De motor opblazen"; Een te grote inspanning doen. "Liters verliezen"; Krachten verspelen. "Op een zakdoek rijden"; Alle groepen kort bij elkaar. "Clash der titanen"; Massasprint met alle favorieten. "Strooptocht"; Met grote overmacht winnen. "Geïsoleerd zitten"; Kopman zonder knechten in zijn nabijheid. "Op spuwafstand"; Dichtbij kopgroep rijden. "Iemand afstropen"; Winnen. Dit was aflevering 180 van...