Henny en Jan Wouts hebben nog altijd plezier in hun dorpswinkel.
Henny en Jan Wouts hebben nog altijd plezier in hun dorpswinkel. Foto: Dennis van Loenhout

Alles bij het oude bij Wotserieke

Algemeen

LEPELSTRAAT – Er zijn van die plekken waar de tijd geen vat op heeft. Wotserieke in Lepelstraat is zo’n plek. Een ouderwetse dorpswinkel, waar ze alles hebben. Veel meer dan in de grote stad, dat weten ondernemers Jan en Henny Wouts zeker: “We lezen wel eens in de krant dat er in Lepelstraat niks te krijgen zou zijn. Dat is niet zo, hier is juist van alles te krijgen. Je hoeft echt niet naar de stad.”

Wie het opzoekt in een ouderwetse encyclopedie, leert dat een dorpswinkel een kleine winkel is die de plaatselijke dorpsbevolking bevoorraadt en vaak wordt gekenmerkt door een aanbod van zeer uiteenlopende artikelen en een goede bekendheid van de winkelier met zijn klanten. Die beschrijving moet wel over Wotserieke gaan. In het hartje van Lepelstraat staat al ruim 70 jaar de winkel die werd gestart door “de Wots”. De Wots, Jo Wouts, is de moeder van Jan Wouts (76), die nu de scepter over de winkel zwaait met zijn echtgenote Henny (75). “Wat mijn ouders zouden zeggen als ze de winkel nu konden zien?” vraagt Jan zich hardop af, “ik denk dat ze zouden zeggen: ‘dat gaat wel, dat heeft hij goed gedaan’.”

Als je Jan en Henny vraagt wat ze in hun winkel verkopen blijft het even stil. Ze denken diep na, tot Jan de stilte verbreekt en zegt: “Gewoon, bijna alles.” Henny noemt het assortiment van Wotserieke “eerste behoeftes die je nodig hebt, maar niet bij de supermarkt kunt kopen.” Ze somt op: “kopjes, schotels, pannen, aardappelschilmesjes, plakband, verf, behang, speelgoed, kaarten, stikzijde. Je kunt beter vragen wat we niet hebben.” Dat de tijden voor een dorpswinkel zijn veranderd merken Jan en Henny elke dag in hun winkel. “Natuurlijk, het is niet meer zoals vroeger. Toen hadden mensen nog kolenkachels thuis, die zoveel roet afgaven dat ze twee keer per jaar nieuw behang nodig hadden, dat ze dan hier kwamen kopen. Die tijd is voorbij, maar we krijgen elke dag nog steeds een stuk of tien klanten over de vloer”, zeggen ze, “dat zijn voornamelijk de oudere Lepelstraters, die zien we hier allemaal. Hele families hebben we zien opgroeien in onze winkel. Van klanten van nu hebben we vaak de oma’s en opa’s ook nog gekend. De jongeren? Die zien we veel minder. Misschien wel logisch, want onze jongere inwoners zijn vaak alleen in Lepelstraat om te eten en te slapen. De rest van de dag zijn ze weg, aan het werk. En als ze wat nodig hebben, dan denken ze helemaal niet aan een dorpswinkel. Dan gaan ze naar Bergen op Zoom, en als ze daar niet vinden wat ze zoeken denken ze dat het in Lepelstraat wel helemáál onvindbaar zal zijn. Terwijl wij het vaak wél hebben.”

Retro-speelgoed

Je zou dus kunnen zeggen dat de dorpswinkel is ingehaald door de tijd, maar dat betekent niet dat de dorpswinkel niet met zijn tijd meegaat. Wotserieke heeft bijvoorbeeld een eigen pagina op de internationale verkoopsite eBay, waar vooral retro-speelgoed uit Lepelstraat gekocht wordt door mensen van heinde en verre. “We hebben zelfs klanten in China en Taiwan”, zegt Jan trots, “ik vind het leuk om online dingen te verkopen. Het is erin geslopen en nu is het een soort liefhebberij.” 

Over tijd gesproken: de afgelopen anderhalf jaar waren door de coronacrisis voor winkeliers vaak bijzonder moeilijk. Behalve Wotserieke, dat bleef van moeilijkheden gespaard door de nuchterheid van Jan en Henny: “2021 was gewoon goed. Het was geen uitschieter, maar we zijn tevreden. Ja, er was een lockdown. Daar kun je wel over brommen, maar wij hebben er geen last van gehad. We zijn gewoon dingen gaan bezorgen bij onze oudere klanten. Die kun je niet in de steek laten.”

Geschiedenis

Haar klanten in de steek laten gaat Wotserieke voorlopig niet doen. Hoewel de twee dochters van Jan en Henny de zaak niet gaan overnemen, zijn ze nog niet van plan om te stoppen. “Waarom zouden we?” zeggen ze, “we vinden het nog steeds heel leuk, dus zolang we doorgaan en kunnen gaan we gewoon nog een paar jaar door.” 

Jan heeft zelf nog grootse plannen, vertelt hij met een knipoog: “Ik wil de geschiedenis ingaan als de oudste winkelier van Lepelstraat, maar dan heb ik nog even te gaan. Kees de Blaaij is doorgegaan tot hij 85 was, dus ik zou dan door moeten tot ik een jaar of 90 ben. We zien wel!”

“Hele families hebben we zien opgroeien in onze winkel. Van klanten van nu hebben we vaak de oma’s en opa’s ook nog gekend”

Afbeelding
Een aardappelschilmesje? Bij Wotserieke!
Drukknopen? Wotserieke heeft ze!