Moeder in een tijd die nostalgie en vooral bewondering oproept. (Tekening: Eric Elich).
Moeder in een tijd die nostalgie en vooral bewondering oproept. (Tekening: Eric Elich).

‘Een standbeeld voor alle moeders’

Algemeen

HALSTEREN - REGIO - Ik loop al heel lang met het idee om een standbeeld te maken voor alle moeders, want volgens mij bestaat zo’n beeld niet. Wel meerdere van een vrouw, zelfs een van een moedervarken met biggen, maar van een moeder, ik ken er geen een.

Nu weet ik als man zijnde dat het zaadje dat wij leveren heel erg belangrijk is voor het nageslacht, we kunnen er zelfs heel veel kinderen mee produceren, zo bewees arts K. uit Barendrecht. Maar het echte werk wordt toch gedaan in de warmte van de moederschoot. Daar wordt de vrucht een echt kind, een moeder die ons gebaard heeft hebben we allemaal gehad.
Nu, zo tegen Moederdag, moet ik denken aan alle moeders, en ik weet ook hoe de moeders van tegenwoordig bezig zijn om alle ballen in de lucht te houden. Sinds de coronaperiode is er de titel reserve schooljuffrouw bijgekomen. Maar omdat ik erg nostalgisch schrijf gaat mijn sympathie uit naar de oermoeder, beetje de oma-achtige moeder, zo een met heel de dag een schort aan, lange rokken, knotje in haar nek, kinderen aan haar rokken of in de armen, zo een die we allemaal van oude foto’s kennen. En waarom dan zult u denken? Nou dat waren meisjes met geen of weinig opleiding, de huishoudschool begon pas zo na de oorlog. Bijna allemaal moesten ze direct na de lagere school gaan werken en dan meestal een baantje dat voor hen werd uitgezocht door de ouders. Ofwel ze moesten thuis bijspringen. Nee, een beroepskeuzetest bestond nog niet. Wanneer ze dan wat ouder werden was het de bedoeling dat ze een man opzochten en trouwden, en dan begon het pas echt. Zonder dat er keuze was, moesten ze voor het huishouden gaan zorgen, alles met de hand en met wat er voorhanden was. Dat was meestal erg weinig. Snel kwamen er kinderen en de verhalen gaan dat er meisjes waren die nog nooit uitgelegd was hoe dat allemaal precies zat, daarom kwamen er vaak heel veel kinderen. Dan kwam het echte werk, en moesten deze vrouwen maar zorgen dat de kinderen groot werden. Dus moesten moeders vakkundig opvoeder, troosteres, verpleegster - fysiotherapie is door moeder uitgevonden; als je gevallen was dan wreef ze met haar handen over de zere plek- zijn. Ook moest ze volleerd boekhouder zijn en rondkomen met het schamele loon van vader. Verstelwerk was een vast terugkomende bezigheid, op een ketelpak zette moeder lap op lap. Inkoop, logistiek, lange- en kortetermijnplanning deed ze er tussendoor bij.

Zondags moest iedereen er weer netjes uitzien, één paar schoenen voor twee kinderen was geen uitzondering dus om de beurt naar de kerk! Ook telkens weer een maaltijd, met alleen de producten uit eigen tuin was normaal, op een kachel die eerst nog aangemaakt moest worden voor alles wat warm moest worden. Ik hoorde van een vrouw die nooit normaal haar brood at, maar twee keer per dag de korsten en stukjes brood die de acht kinderen lieten liggen maar oppeuzelde. Er werd over je gepraat als alles in en om huis niet proper werd bijgehouden. Ook voor eventueel de dieren en het huisvee was ze verantwoordelijk. En dan werd er ook nog verwacht dat ze er goed uitzag en, niet onbelangrijk, top was in de bedstee!
Nu bent u het toch met mij eens dat een standbeeld nog niet genoeg is voor onze MOEDERS.

Tot de volgende VOLLUK.

Twan Simons