ODIO 1 kampioen 1964. Staand v.l.n.r.: J. Nefs, A. van den Eijnden, L. Schroeijers, J. van Oevelen, J. Verbraeken, L. Melsen, M. de Wit.
Zittend v.l.n.r.: A. de Vos, B. Maurits, V. van Hoek, G. Vriens, J. Dirkx, A. Jansen, A. van Steenpaal.
ODIO 1 kampioen 1964. Staand v.l.n.r.: J. Nefs, A. van den Eijnden, L. Schroeijers, J. van Oevelen, J. Verbraeken, L. Melsen, M. de Wit. Zittend v.l.n.r.: A. de Vos, B. Maurits, V. van Hoek, G. Vriens, J. Dirkx, A. Jansen, A. van Steenpaal.

Zorgeloos voetbal met wijwater uit Lourdes

Algemeen

André de Vos & Richard Wouters duiken in collectief ODIO-geheugen

OSSENDRECHT - COVID-19 trekt wereldwijd een zware wissel. Ondanks sombere tijdingen zal 2021 toch van een feestelijk tintje worden voorzien. Het jubeljaar staat immers voor Vivoo (75 jaar), ODIO (90 jaar) en eeuweling Grenswachters al enige tijd met stip op de activiteitenkalender genoteerd. Het trio jubilarissen is gezamenlijk goed voor ruim 250 jaar voetbalhistorie. Oorsprong, ontwikkeling, hoogtepunten, anekdotes, heroïsche verhalen! In deze aflevering drie decennia voetbal bij ODIO. Met op de praatstoel André de Vos en Richard Wouters!

Ossendrecht bezit een status aparte. Een van oudsher hechte gemeenschap in de zuidwesthoek van Brabant. Outsiders worden in de enclave met een vleugje scepsis bekeken. Insiders zijn trots op haar geschiedenis en eigen identiteit. Nergens in de regio treft men een breder scala aan bijnamen, het verenigingsleven is er nog altijd springlevend. Ons Doel Is Ontspanning vormt reeds negen decennia voetballend de bevestiging.

Voetbal is voor Richard Wouters (1938) en vele leeftijdgenootjes in de naoorlogse jaren nagenoeg de enige vorm van tijdverdrijf. Op het Kapelaanveldje of Pottenbergen wordt onderling veelvuldig tegen het leer getrapt alvorens men zich officieel in het groen-witte ODIO-shirt hult. “Ik denk dat ik een jaar of tien was. Er was in die tijd niet veel anders voor de plaatselijke jeugd en voor mij een welkome afwisseling naast school en thuis bijspringen alwaar we enerzijds een fietsenhandel hadden en tevens Café annex filmzaal Victoria runden”, blikt Richard ‘De Spies’ Wouters geamuseerd terug.

André (Dré voor intimi) de Vos (1942) vervolgt: ”Atletiek vormde enkele jaren het alternatief voor voetbal. Onder de vlag van Excelsior werd er fanatiek aan hardlopen, kogelstoten enzovoorts gedaan. Toen de club echter ter ziele ging ben ik met kameraden Vic van Hoek, Stan Blommerde en Corry Bril gaan voetballen. We waren ongeveer vijftien jaar. Na een start in de jeugd speelde ik eventjes in het derde toen er in de hoofdmacht wat trammelant ontstond waardoor ik vrij snel doorschoof. Uiteindelijk zou ik vijftien seizoenen als laatste man van ODIO 1 blijven staan.”

Beide oud-strijders spitten door fotografisch vastgelegde clubgeschiedenis. Van de talrijke opgehaalde anekdotes zou zonder probleem een boek geschreven kunnen worden. Of anno nu, een urenlange ODIO-podcast kunnen worden opgenomen. Richard Wouters was naar eigen zeggen minder getalenteerd dan zijn volle neef Louis Overbeeke, die vanuit dezelfde contreien zelfs het Nederlands elftal haalde. “Ik was een linkshalf, linksbuiten die er eigenlijk altijd tussenin bungelde. Ik speelde met plezier in het tweede en vond het een eer om met het eerste elftal mee te mogen. Iedere week was het in spanning de opstelling afwachten. Vooral de uitwedstrijden naar Zeeuws-Vlaanderen vormden hoogtepunten. Met de bus van Janus Clarijs door België en pas laat terug in Ossendrecht.”

Nieuw-Guinea

Dré de Vos behoorde vele seizoenen wel tot de vaste waarden van de diverse oefenmeesters. Zo ook in het meest legendarische seizoen uit de ODIO-geschiedenis. In de jacht op promotie naar de Tweede Klasse KNVB zou hij echter maar twee wedstrijden spelen. “In de openingswedstrijd viel na een luchtduel teamgenoot Louis Schroeijers op mijn voet, met een gebroken enkel tot gevolg. Ik zat dat jaar in militaire dienst en zag naast de voetbal ook een trip naar Nieuw-Guinea aan mijn neus voorbij gaan. De ploeg deed het vervolgens heel goed en kon in de laatste wedstrijd thuis tegen METO het kampioenschap behalen. Nu was het Louis die ziek was en niet kon spelen. Uiteindelijk klopten ze ter vervanging bij me aan. Hoewel mijn vader net daarvoor was overleden en ik geen wedstrijdritme had, besloot ik om mee te spelen. We wonnen met 2-0 en pakten de titel.”

Het verschil tussen het voetbal van toen en nu baseren de ODIO-anen in ruste op de verhouding conditie en techniek. “Vroeger zat je in de voorbereiding dikwijls in het bos zonder maar ene bal te zien, nu is het voetbal veel technischer”, verklaart Richard Wouters. ODIO wist het mede op basis van Ossendrechtse onverzettelijkheid uiteindelijk drie seizoenen op clubhistorische hoogte vol te houden. Het verval trad in met het verlies van Leo Melsen, unaniem voor beiden de beste voetballer waarmee ze ooit speelden. Dré de Vos: ”Leo Melsen kon alles. Een speler die zonder problemen het betaalde voetbal had kunnen halen. Het elftal was afhankelijk van diens ingevingen. Op weg naar zijn werk verongelukte hij op de Putseweg. Een enorme klap voor Ossendrecht en ODIO. In het daaropvolgende seizoenen degradeerden we tweemaal en stoppen diverse spelers. Keeper Vic van Hoek was ondertussen naar RBC vertrokken. ODIO kon opnieuw beginnen. Het zou uiteindelijk tot 1975 alvorens ik opnieuw, inmiddels als routinier, een nieuwe titel mocht vieren.”

Avontuur

Richard Wouters maakte zich naast speler inmiddels ook als jeugdleider verdienstelijk binnen de vereniging. “ODIO beschikte in die tijd over een uitzonderlijke goeie lichting. We speelden in de hoofdklasse tegen teams met onder andere gebroeders Van de Kerkhof in de gelederen en zelfs in Leeuwarden om de Bisschopsbeker. We wilden graag dat het team met het oog op de toekomst bij elkaar bleef en ODIO 2 zou vormen. Daar dachten de roergangers anders over en een paar spelers werd naar de hoofdmacht overgeheveld. Het elftal viel uit elkaar.” Verschil van mening zorgde wel vaker voor scheuring of diepe kloven in het ODIO-bolwerk. Ook gezichtsbepaler Dré de Vos kon zich niet langer verenigen met de beleidsbepalers van die tijd, keerde de club de rug toe en waagde zich op 35-jarige leeftijd aan een buitenlands avontuur. “Bij Zandvliet Sport heb ik nog tien jaar bij de reserves en veteranen gespeeld. Ja, een soort van betaald voetbal. Toen ik contributie wilde betalen, kreeg ik nog 2000 Francs toe. Heb ik geweigerd en aan het jeugdvoetbal geschonken. Na mijn Belgische tijd ben ik samen met Adrie Clarijs vanuit de F-jes het elftal waar onder andere mijn zoon Alexander in speelde jarenlang gaan coachen. Verder ben ik, of liever was ik door die corona, nog steeds iedere zondag als supporter op het sportpark te vinden, vanaf de dames tot en met het eerste elftal.”

De voetbalschoenen van Richard Wouters gingen op 44-jarige leeftijd aan de wilgen en hij koos de tennisport als nieuwe uitdaging. Ondertussen deed hij als touringcarchauffeur bij Bolders en later De Scheldestroom heel Europa aan. “Ik koester louter goede voetbalherinneringen. Vanaf de ODIO-jeugd, het zomeravondvoetbal met de Victoria Boys in Bergen op Zoom tot aan de veteranencompetitie met METO, Vivoo, Borgvliet. Gingen we aan het eind van het seizoen gezamenlijk feesten van het verplichte dubbeltje voor een doelpunt. Blessures heb ik, op twee verwijderde en twee bijgewerkte meniscussen na, niet gehad. Ik bracht niet voor niets iedere keer voor heel het elftal wijwater vanuit Lourdes mee”, knipoogt Richard Wouters.

Dré de Vos en Richard Wouters duiken in de historie.
Ledenkaart Richard Wouters