Afbeelding

Column: Toch nog een keer tante Sjaan....

Algemeen

De column over tante Sjaan leverde inmiddels honderden reacties op. Collega Carmen vond dat juist die column in de jubileumuitgave moest. Wie ben ik dan om het daar niet mee eens te zijn.

Tante Sjaan zat niet bij ons in de familie, maar voor heel de buurt was ze "Tante Sjaan". Bij haar in huis woonden vier kinderen van "onduidelijke vaders". D'r laatste vent "had ze rond haar veertigste de deur uit gedaan". Tenminste dat schreeuwde ze van de daken, maar het kan ook goed zijn dat die vent zelf de kuierlatten had genomen. Tante Sjaan was namelijk niet zo'n klein beetje eigenwijs, maar zo dwars als een Duits geweer. Eigenlijk was ze overal tegen waar andere mensen vóór waren. Ze was gezegend met een vlotte babbel en had een schurfthekel aan de gevestigde macht. Haar lijfspreuk was: "Alleen dode vissen zwemmen met de stroom mee". Pas vele jaren later heb ik begrepen wat ze daarmee bedoelde. U kent ze natuurlijk ook: de meelopers, de kontenkruipers, de jaknikkers. Voor tante Sjaan waren dat de "dode vissen". Ze zei ook altijd: "Als je buiten speelt, kun je je knieën kapot vallen". Ze bedoelde: "Wie met een mening in het leven staat, heeft vóór- en tegenstanders". Tante Sjaan had in ieder geval een mening. Toen er bij ons op het pleintje een speeltuintje afgebroken werd, bouwde ze aan de zijkant van haar huis gewoon een nieuwe speeltuin. Als daar dan keer op keer een auto in de weg stond, had die binnen een week vier lekke banden. Als "zo'n knakker" van de Gemeente moeilijke vragen stelde over dat speeltuintje kon hij "een eind hout in zijn nek krijgen". Een paar keer per jaar werd ze wel ergens voor opgepakt, maar ook steeds weer dezelfde dag losgelaten. Op de lagere school van haar kinderen zat een onderwijzer die de kinderen regelmatig aan de oren trok. Toen tante Sjaan die man een keer aan zijn oren over een volle speelplaats getrokken had, dreigde zelfs ontzegging van de ouderlijke macht. Toen gebeurde er echter iets wat ik me nog goed herinner. De hele buurt kwam in opstand en "al die dode vissen zwommen tegen de stoom in achter tante Sjaan aan". Ik was al in de twintig toen tante Sjaan aan een hartaanval overleed. Toch maar even een bloemetje gestuurd en vlak voor haar begrafenis vond ik dat ik daar naar toe moest. In een afgeladen kerk stonden de mensen tot in het gangpad en het voorportaal. Haar graf was een bloemenzee die ik daarna nooit meer gezien heb. Iedereen kent Ghandi, Nelson Mandela, en Moeder Theresa. Ik kende Tante Sjaan en volgens mij zou ze in dat rijtje niet misstaan. Ton Tielemans