Ludo Bogers met dochter Lieke, die haar vader graag wil opvolgen.
Ludo Bogers met dochter Lieke, die haar vader graag wil opvolgen. Foto: Dennis van Loenhout

Boer met duizend procent hart voor de zaak

Algemeen

WOENSDRECHT – Hij heeft hart voor de zaak, en hoe. “Voor duizend procent”, zegt de Woensdrechtse boer Ludo Bogers. Wie hem spreekt, spreekt een boer die met heel zijn hart houdt van wat hij doet en die die liefde doorgeeft aan de volgende generatie. Dat hij soms veel moeilijkheden op zijn weg vindt, dat krijgt hem niet klein.

Aan de Oud Hinkelenoorddijk, in het buitengebied van Woensdrecht, ligt de grote boerderij van Ludo Bogers (38). Hij houdt er 600 stuks vleesvee, verbouwt uien, aardappelen en bonen op zijn 80 hectare akkerland, en doet loonwerk in mais en gras. Bovendien helpt hij zijn vader in diens boerderijwinkel in Bergen op Zoom. “Elke week werk ik een uur of 80”, zegt Ludo, “en al die disciplines in mijn bedrijf zijn nodig om het hoofd boven water te houden. Dat is eigenlijk niet normaal, maar ik doe het hartstikke graag. Want ondanks alles is dit het mooiste beroep ter wereld.”

Ondanks alles, want boeren krijgen nogal wat te verwerken. Boerenbedrijven zouden teveel stikstof uitstoten, waardoor ze geconfronteerd worden met allerlei maatregelen. “Maar om eiwit in mijn gras te krijgen moet ik het bemesten met stikstof. Want de koeien die het gras eten hebben dat eiwit nodig. Maar het mag dus niet. En ondertussen importeren we in Nederland vrachten veevoer, met soja uit Brazilië, en om dat te produceren wordt er gigantisch veel bos gekapt. Bos, dat geen stikstof meer kan opnemen. Dat wij boeren nu overal de schuld van krijgen vind ik niet normaal. Wij hebben flink geïnvesteerd in een vergunning voor het uitstoten van stikstof. Er zijn bedrijven die zo’n vergunning niet eens hebben.”

Ook de bouwsector heeft last van de stikstofcrisis. Inmiddels wordt stikstofuitstoot verhandelbaar, en dat baart Ludo grote zorgen: “Als bouwbedrijven achter stikstofrechten van boeren aangaan zie ik de prijs enorm stijgen, en dan ontstaat er een situatie waarin stikstofrechten voor boerenbedrijven niet meer te betalen zullen zijn. Onze kosten zijn al enorm, de grondprijs is in de 13 jaar dat ik mijn bedrijf heb al meer dan verdubbeld en gewasbeschermingsmiddelen zijn enorm duur.” Daar komt bij dat de coronacrisis een enorme klap uitdeelde aan de aardappelmarkt, waar de vraag door gesloten horeca volledig instortte en Ludo’s aardappelen op slag vrijwel waardeloos werden.

De enige manier om de stijgende kosten het hoofd te bieden is uitbreiden. De stikstofregels maken dat moeilijk, en Ludo wil het ook niet: “Megabedrijven met tienduizend of meer koeien horen niet in Nederland. Met mooie gezinsbedrijven met een paar honderd stuks vee is niks mis, die moeten gewoon kunnen bestaan. Maar daarvoor moeten we eerst fatsoenlijk betaald worden, voor onze gewassen, maar vooral voor ons vee. In de boerderijwinkel van mijn vader betalen mensen graag voor een mooi stukje vlees, omdat ze weten waar het vandaan komt en dat het kwalitatief goed is. Maar de supermarkt stunt ondertussen met vlees uit het buitenland, in de reclame notabene. Dat vind ik belachelijk. Mensen wéten gewoon niet hoe weinig boeren betaald krijgen: voor een stuk vlees in de supermarkt ligt is het drie keer over de kop gegaan, en waarom? Als ik mensen uitleg waarom wij meer betaald zouden moeten krijgen begrijpt iedereen het, maar toch gebeurt het niet.”

De pijn zit diep bij de boer, die leeft voor zijn vak maar ziet dat het steeds moeilijker wordt om het op rendabele wijze uit te voeren. “Zo mooi mogelijke producten afleveren voor consumenten, dat is nog steeds waar je het als boer voor doet”, zegt hij, “elk jaar brengen we op onze boerderij zo’n 250 kalfjes groot. Dat doen we met een jong, enthousiast team. Als ik die beestjes gezond zie opgroeien, en als ik weet dat we er zo voor zorgen dat de consument goed, eerlijk vlees op z’n bord krijgt, dan word ik daar blij van.”

Die blijdschap laat Ludo zich niet ontnemen. Sterker nog, hij brengt de liefde voor het vak over op zijn dochters Lieke (12) en Liz (10), die al staan te trappelen om later het bedrijf van hun vader over te nemen. “Als boeren werken aan hun eigen afzetkanalen, en zich meerdere disciplines eigen maken, dan hebben kleine gezinsbedrijven zeker toekomst. Gelukkig maar, want ik gun mijn dochters dat ze ook in dit mooie beroep aan de slag kunnen.”