Afbeelding

Het is zoals het is: Moeders huis

Algemeen

Ik zie haar nog staan. Daar bij het open raam van de erker in haar huis. Een plek waarvandaan ze de hele straat kon overzien. 

Alsof ze ergens op wachtte. Als ze me zag aankomen, wuifde ze. Als een soort koningin op haar troon. Ik herinner mij nog iedere centimeter van haar huis zoals het was. De krakende vloer op de overloop, de trap die zo steil was dat ze steevast uitriep: “Doe nou toch voorzichtig!” En toch, toen ze net was overleden, toen liep ik door datzelfde huis en zag ineens de gebreken die mij daarvoor nooit waren opgevallen. Alsof mijn moeder door haar aanwezigheid jarenlang het verval had verbloemd. Nu woon ik in dat huis. Ben ik het die vanuit de erker de hele straat kan overzien. En mijn borden haal ik iedere dag uit diezelfde kast waaruit zij vroeger de doos bonbons tevoorschijn toverde. Herinneringen worden vervangen door nieuwe. Als ik nu de straat in rijd, denk ik niet meer meteen aan haar, maar aan het gevoel; ‘ik ben thuis.’ En toch, zo af en toe, betrap ik mezelf erop dat ik even naar de erker kijk. Dan zie ik haar weer staan. Even maar.