Startsein voor 75 jaar Bevrijding met 'Spion van Oranje'

PUTTE – Nog acht maanden, dan is het oktober en is het 75 jaar geleden dat de Zuidwesthoek werd bevrijd van de Duitse bezetters. Dat feit wordt in de hele regio herdacht. Om de jeugd bij de herdenking te betrekken bezoekt burgemeester Steven Adriaansen de basisscholen in de gemeente. Op woensdag 6 februari stond hij voor de eerste keer 'voor de klas', bij Groep 8 van de Putse basisschool Op Dreef.

Op Dreef kreeg van burgemeester Adriaansen het boek 'Spion van Oranje', dat het verhaal vertelt van de in Hoogerheide wonende oorlogsheld Bram Grisnight. Eigenlijk zou Grisnigt zelf in het lokaal van Groep 8 hebben moeten staan, maar hij overleed enkele weken voor het schoolbezoek. Adriaansen vertelde hoe hij met Grisnigt sprak over de herdenking van de bevrijding: "Hij vond het heel belangrijk dat jullie erbij betrokken zouden worden."

Het belang van vrijheid

Dat gevoel bevestigt Nico Hooyschuur, een goede vriend van Grisnigt. "Bram maakte zich zorgen - hij zag elk jaar hoe kinderen Bevrijdingsdag vieren en maakte zich zorgen of ze wel wisten wát ze precies vieren", zegt Nico. "De bevrijding gaat niet om festivals en muziek, maar om iets veel belangrijkers. Hij wilde jullie vertellen hoe belangrijk vrijheid is, en hoeveel mensen ervoor gevochten hebben. Hij zou het geweldig vinden als jullie de oorlogsbegraafplaats in Bergen op Zoom zouden bezoeken. Daar liggen 2.500 soldaten, de meesten nog enorm jong, het is een indrukwekkende plek. Dit boek over Bram is óók indrukwekkend en het is speciaal geschreven voor jongeren. Hopelijk wil de juf jullie er vaak uit voorlezen!" Het boek telt 244 pagina's en is geschreven door Bram de Graaf.

Geopende ogen

Chris van der Veen, lid van de werkgroep die de activiteiten rondom de herdenking organiseert, raakte de klas met zijn vraag: "Als je een broer of zus hebt die 18 jaar oud is – zo oud als Bram was toen hij besloot te gaan helpen bij de bevrijding – stel je dan eens voor dat hij of zij thuis vertrekt, zonder te weten wat hij tegemoet gaat of hoe het afloopt. Hoe zou je dat vinden?" Loïs is 11, en haar broer Levi is inderdaad 18. "Als hij zoiets zou doen zou ik het heel dapper vinden, maar ook heel spannend. Ik denk niet dat ik het leuk zou vinden", zegt ze. De 11-jarige Britt kan zich nauwelijks voorstellen hoe het zou zijn om in een oorlog te leven. "Ik zou bang zijn, denk ik", zegt ze. "Zoiets als Bram Grisnigt deed zou ik niet durven, dat is niks voor mij. Hij heeft vijf concentratiekampen overleefd, dat zou mij nooit lukken." De verhalen van de burgemeester en Nico Hooyschuur hebben ook bij Senna (11) de ogen geopend. "Ik heb al veel over de oorlog gehoord. Zo'n hongerwinter lijkt me heel erg naar. En dat Rotterdam helemaal plat gebombardeerd werd, eigenlijk voor niks. Ik zou heel erg schrikken."

Herdenken is belangrijk

Alle kinderen kregen een brief van de burgemeester, die hen oproept de bevrijding zoveel mogelijk te herdenken. In de brief wordt de kinderen aangeraden een militaire begraafplaats te bezoeken of een oorlogsmonument te adopteren. Dat heeft Op Dreef al gedaan, vertelt directeur William Jongenelen. Via het cultuurprogramma CuKids zorgt de Woensdrechtse BWI dat de basisschoolkinderen het oorlogsmuseum in Ossendrecht kunnen bezoeken, en in de klas bezoek krijgen van een oorlogsveteraan. Zo blijft de Bevrijding herdacht. Later in het jaar wordt de bevrijding herdacht met allerlei activiteiten. Senna vindt het een goed idee: "Oorlog is niet leuk. Het is goed dat we bevrijd zijn."