voederbieten
voederbieten Foto: Twan Simons

Volluk: Voederbieten

Algemeen

Laatst heb ik, op gepaste afstand, de 1-jarige verjaardag van het monument op de Kijkuit in Lepelstraat bijgewoond. 

Hoewel ik het antieke vliegtuig iets vond tegenvallen, was ik blij bij deze herdenking te zijn geweest. Daarna heb ik mijn tocht langs de Jan Bodeweg voortgezet, echt een stukje Brabantse Wal. Precies daar waar de klei overgaat in zandgrond zag ik een veld met voederbieten. Wij zeiden daar vroeger voerpeeën of mangelpeeën tegen. Dit is echt een boerenproduct van vroeger. Op het zand had je toen bijna alleen maar gemengd bedrijf als boerenstiel. Dit was landbouw in dienst van de veeteelt, die weer mest produceerde enzovoort, echt kringloop dus. En dan van allebei elk jaar iets meer proberen over te houden. Ik kon het niet laten en ben het veld ingelopen om een paar grote exemplaren op de foto te zetten. Nou de ene biet was nog groter dan de andere, kostelijk om er zo tussen te staan. Als ze klein zijn zie je als leek geen verschil met suikerbieten maar later rijzen de voederbieten als een kolom uit de grond als echt Hollands welvaren. Zo moest ik denken aan de tijd dat ik een manneke van een jaar of 13 was. Ik zat op de LTS en dan werd je beschouwd als een ‘grote’, die al moest meehelpen met karweitjes. Zo vroeg een boer om een middag mee te helpen. We moesten op de boerderij eerst rotzooi uit een lege stal opruimen en daarna eten voor de beesten snijden in de ‘peemeulen’. Dit was een vierkante korf met daarin een as waar scherpe messen aan zaten. Deze werden bediend door een wiel rond te draaien. Bovenin gingen de peeën en onder de korf, die op poten stond zette men een ijzeren mand, de meukesmand, alwaar de stukken van de pee in vielen. Deze bracht men naar de voerbakken van de beesten die op stal stonden. Dat dit alles handwerk was, spreekt voor zich. Toen we hiermee klaar waren kregen we een bos gebruikte strotouwtjes in ons handen waar we een langer touw van moesten vlechten. Deze werden later gebruikt om er halsters van te maken voor de koeien om ze zo gemakkelijk vast te pakken. Inmiddels was het te donker om nog iets te kunnen zien in de schuur, die toen twee of drie peertjes had voor heel de schuur. Met de man een rijksdaalder (2 gulden 50!) in onze zak gingen we op huis aan. Dit was in 1965 heel normaal, je was blij dat je iets had. Er was voor de jeugd vroeger niets anders; nee, vakken vullen bestond nog niet.

Tot de volgende Volluk, Twan Simons

Afbeelding