Kruisbeeld aan de muur in elke kamer.
Kruisbeeld aan de muur in elke kamer.

Volluk: Vluchtelingen, toen ze nog welkom waren

Algemeen

Op de vorige Volluk heb ik vele reacties gekregen, vaak met de vraag ‘hoe weet jij dat?’ en /of ‘dat kun jij niet weten!’
Nu is het zo, dat ik alles heb van mensen die nu nog leven en het meegemaakt hebben. Ik zelf ben erg geïnteresseerd in de jongste geschiedenis van ons leefgebied en dat moet je zien vanaf de 80-jarige oorlog (Nederland/Spanje). Dit laatste is voor onze ‘millenniums’ die schrikbarend weinig weten van bijvoorbeeld geschiedenis en aardrijkskunde, al moet ik ze nageven: dat wanneer wij ergens over discussiëren, zij het eerder hebben opgezocht op de i Phone dan dat ik erover ga nadenken!


Maar nogmaals, de verhalen van de eilandbewoners van Zeeland en Zuid Holland, die na bevel van de Duitse bezetter in 1944 halsoverkop hun huis en haard moesten verlaten, en bijvoorbeeld bij ons in Halsteren onderdak vonden (lees de vorige aflevering).
Zo kwam er een gezin uit Zeeland met paard en wagen en ze vonden onderdak in een leegstaand café op de Ouwe Meulen. Dat onderdak moet je dan ook zien als alleen dak boven je hoofd, want de kachel en huisraad moesten ze zelf meenemen. En als je geluk had was er iets van sanitair, al moet je dat in de eenvoudigste vorm zien.

Zo sprak ik een collega die het verhaal weer van zijn moeder had. Het gaat over een gezin uit Scherpenisse dat streng gereformeerd was. Ze hadden eindelijk via een kennis in Halsteren onderdak gevonden.
Op het moment dat het gezin met opoe boven op een duwkar (ze was zowat nog nooit het eiland af geweest) bij het adres in Halsteren aan kwam begon de consternatie. Wat wilde het geval: de familie was blij een onderdakadres te hebben gevonden, maar bij het binnengaan zag opoe met grote ogen het kruisbeeld in de kamer hangen. Dit was een gewoonte bij katholieken om in elke kamer een kruisbeeld aan de muur te hangen. Ze wilde geen stap meer verder zetten; ‘ze brengen me bij de duivel binnen’ riep ze luid! Het is allemaal goed gekomen en later werden het vrienden voor het leven.

Over vrienden voor het leven gesproken... Het gebeurde dat er een grotere boer uit Tholen om onderdak kwamen vragen. Deze bracht ook nog vee mee, zoals meerdere paarden, koeien, varkens enzovoorts en alles werd in de polderboerderij erbij gezet.

Dus ook aan deze mensen werd gastvrij onderdak verleend, en er werd goed samengewerkt want de werkzaamheden bij ons in de polder gingen gewoon door en zo leerden ze nog wat van elkaars stiel. 

Dat het vrienden werden, kwam 9 jaar later goed uit, toen met de watersnood in 1953 die boer onder water kwam te staan en nu ook moest evacueren. En ja, ze vonden onderdak bij de familie die bij hen had gezeten in de oorlog.
Het eiland THOLEN stond in 1953 niet helemáál onder water, en die vrienden woonden nu net op een hoger gelegen deel.

Zo zie je maar, het kan verkeren. En wie weet waar wij als Nederlanders ooit nog eens moeten vragen om onderdak.
Ook kreeg ik reacties over de gezinnen met 10 kinderen, maar dat het nog erger kon hoorde ik van een van de jongens uit een gezin met meer dan 12 kinderen dat in Steenbergen bij een oom onderdak zocht. En het was direct van: ‘kom maar naar binnen!’
Ik bedoel alleen maar aan te geven dat toen, 80 jaar geleden, het wél allemaal kon bij ons.



Tot de volgende, iets vrolijkere, Volluk.
Twan Simons