Wethouder financiën Joost Pals.
Wethouder financiën Joost Pals.

Cijfers groener: “Maar we zijn er nog niet”

Algemeen

BERGEN OP ZOOM – Een positief resultaat van meer dan 25 miljoen euro, dat is de slotsom van de jaarrekening over 2022 van de gemeente Bergen op Zoom. Goed nieuws, beaamt ook wethouder Joost Pals. “Maar”, zegt hij, “we zijn er nog niet.”

In financieel opzicht krabbelt de gemeente Bergen op Zoom langzaam maar zeker weer op. Een hele opluchting, stelt wethouder Joost Pals, die de jaarrekening over 2022 kan presenteren met een positief saldo van ruim 25 miljoen euro. Dat bedrag bestaat wel voor een groot deel uit zogenaamd “incidenteel geld”, zegt Pals.

Aanpak wegen

Zo noemt hij bijvoorbeeld een hogere algemene uitkering van het Rijk, en bleef er zo’n 2,5 miljoen over van het geld dat bedoeld was voor de opvang van Oekraïners. Bovendien konden bepaalde verwachte uitgaven niet worden gedaan, omdat bij de gemeente nog altijd tientallen vacatures openstaan. Daarom wordt er zo’n 7 miljoen euro overgeheveld naar dit jaar. 

Zo’n 8,5 miljoen euro verdwijnt in de algemene reserve, terwijl 9,3 miljoen euro wordt begroot voor het onderhoud aan wegen. Onder andere de Boulevard en de Randweg Noord moeten worden aangepakt, maar ook de Burgemeester Elkhuizenlaan en de Kruisberg in Halsteren, en een gedeelte van de Kladsedijk in Lepelstraat.

Acceptabel

De schuld van de gemeente Bergen op Zoom is afgelopen jaar flink gedaald, die ging van ruim 227 miljoen euro naar 196,3 miljoen euro. Nog altijd een enorm bedrag, maar wethouder Pals stelt dat de schuld van Bergen op Zoom geen probleem is:
“Het verhaal over de schuld van de gemeente is een eigen leven gaan leiden”, zegt Pals, “met een omzet van 265 miljoen en bezittingen van 350 miljoen euro is onze schuld zonder meer acceptabel.”

Inflatie

Problematischer, maar ook bezig aan een weg omhoog, is de solvabiliteit. Was die in 2020 nog 8,4 procent, inmiddels ligt die al op 17 procent. Dat wil zeggen dat de gemeente 17 procent van haar uitgaven uit eigen middelen betaalt, en de overige 83 procent met geleend geld. 

Die solvabiliteit zou op minimaal 20 procent moeten liggen, stelt Pals: “Dat moet nog deze bestuursperiode haalbaar zijn”, zegt hij, “maar dan blijft voorzichtigheid geboden. Dat laten de cijfers voor 2023 op dit moment ook zien. Die wijzen voorlopig op een tekort van 2 miljoen euro, vooral door de hoge inflatie. Het Rijk gaat ons daarvoor compenseren, maar hoe die compensatie eruit gaat zien weten we nog niet, daarom wordt die ook niet meegenomen in de cijfers.”