Joop de Boe
Joop de Boe

En Joop de Boe die gaat nooit verloren…

Algemeen

HUIJBERGEN – Als Oliveo-jeugdleider uit Pijnacker streek Joop de Boe in de jaren zestig van de vorige eeuw diverse malen met zijn voetbalkamp in de Huijbergse contreien neer. Bezoekjes met ver strekkende gevolgen. “Als jong verliefd stel wilden we op een gegeven moment ook ons eigen plekje. Toen we in Pijnacker probeerden kwamen we louter in aanmerking voor een flatje. Joop opperde, hij was altijd zo positief over de omgeving en haar bewoners, om gewoon in Huijbergen een visje uit te gooien en klopte tijdens een kamp bij de wethouder Louis Damen aan.

Het was zo in kannen en kruiken, op één maar na. De wethouder wilde eerst mij zien. Toen ik ook door de ballotagecommissie was, ging het snel. In oktober 1967 kregen we een woning toegewezen, kort erop getrouwd en de rest is Huijbergse geschiedenis”, aldus echtgenote Henny de Boe.

De roem als voetballer was Joop de Boe vooruitgesneld. Vivoo was er snel bij om de stylist vast te leggen. ”We woonden nog maar net in Huijbergen toen Ward Damen namens Vivoo op de stoep stond. In Pijnacker had de dokter hem verboden om nog te voetballen. Hij kopte namelijk helemaal verkeerd. De bal iedere keer bovenop zijn hoofd zou niet goed zijn. Achter de rug en uit het zicht van de arts is hij toch weer stiekem bij Vivoo begonnen”, lacht Henny de Boe.

Mutsenclub

Lian van Eekeren-van Aert omschrijft Joop de Boe als een unieke persoonlijkheid. “Ik was nog maar een klein kind toen ik hem leerde kennen. Hij was vele jaren te gast bij ons thuis. In de zomer kwamen ze voor de zomerkampen naar onze boerderij en sliepen in de stallen. Voor mij en m’n broers en zussen een feest omdat we altijd mee mochten doen. Later leerde ik Joop bij Vivoo kennen. Als trainer bij de dames stond hij nooit ter discussie. Ieder jaar gingen we als team een weekendje weg en natuurlijk ging hij mee. Een traditie die we ook nadat we allang met voetballen waren gestopt in ere hielden. ‘En Joop de Boe gaat nooit verloren’, luidde de yell van de mutsenclub. Samen hebben we ook vele jaren de jeugd getraind. Toen er een teampje van de smurfen naar het competitievoetbal ging, vond hij dat deze ook shirtjes moesten hebben. Hij ging naar Kees Goossens van Trapke Op en kwam terug met een compleet tenue, inclusief trainingspakken en tassen!”

Charisma

Generatiegenoot Jan de Boer heeft prettige herinneringen aan Joop de Boe. “Joop was Joop. Nadat hij samen met Frans Verstraten zijn schouders onder het jeugdvoetbal bij Vivoo had gezet wist hij met zijn typisch enthousiasme als geen ander mensen voor zich te winnen. Zodoende ben ik dikwijls met hem op kamp bij Jan Mies in Rucphen geweest en hebben we tot op ver gevorderde veteranenleeftijd samen gevoetbald.”

Rustig

Joop de Boe vertolkte binnen Vivoo vele functies. Trainer van nagenoeg alle elftallen, van jong tot oud. Voorvechter jeugdvoetbal, speler Vivoo 1 en veteranen. Als voorzitter gaf hij gedurende twee periodes sturing aan de vereniging.
“Joop sprong in wanneer de club in nood was of als hij het nodig achtte. Met zijn charisma dwong hij wat af. Hij kwam altijd super rustig over, ook wanneer hij dat helemaal niet was. Ook kon hij als niemand anders mopperen over bepaalde zaken, om er vervolgens zelf iets aan te doen. Het was een man die je er goed bij kon hebben. Ook aan de bar hebben we op donderdag met een vast groepje zitten ouwehoeren. Tot even voor 23.30 uur, want dan moest hij thuis zijn.

Vivoo was zijn club. Daar kwam hij achter toen hij het eens als trainer bij Rimboe probeerde. Hij wist niet hoe snel hij terug moest”, blikt oud medebestuurder en vriend Gerald de Waal geamuseerd terug. 

Bloemen

In vele hoedanigheden was Joop de Boe aan Vivoo verbonden. In het seizoen 1994-1995 nam hij als voorzitter zelfs de coaching van het eerste elftal voor zijn rekening. De hoofdmacht zwalkte als laagvlieger door de kelder van het amateurvoetbal doch wist het landelijke nieuws te halen. Ondanks dat hij in dat seizoen veertig verschillende Vivoo-spelers opstelde en zelf ook op 52-jarige leeftijd nog vijfmaal als laatste man fungeerde, kon hij degradatie op 19 maart 1995 niet afwenden. “Ik heb dat seizoen eenmaal op de bank gezeten. Het was die wedstrijd thuis tegen WVV’67 dat Christian Mulder de honderdste tegentreffer maakte. Joop de Boe stapte het veld in en overhandigde hem ludiek een grote bos bloemen. Aanvoerder Martin Leemans liep hierom kwaad van het veld af, gaf mij de band en mijn debuut voor Vivoo, notabene als captain, was daar. Dat het uiteindelijk 0-9 werd, is een detail”, lacht Mark Alberti. En Joop de Boe die gaat nooit verloren…