Werkplaatsleider Jamie van Steenpaal met Luc en Jeroen de Nijs bij de flexwoning
Werkplaatsleider Jamie van Steenpaal met Luc en Jeroen de Nijs bij de flexwoning Foto:

De Nijs-Soffers bouwt de toekomst

HOOGERHEIDE – De bouwsector zit in zwaar weer. Door stikstof, door een tekort aan “handjes”, door stijgende prijzen, door leveringsproblemen, en dat alles terwijl het land kampt met een enorm woningtekort. In Hoogerheide zit Bouwgroep De Nijs-Soffers echter niet bij de pakken neer. Met de flexwoning die het bedrijf ontwikkelde komt de toekomst van de bouw misschien wel uit Hoogerheide.

Het lijkt een doorsnee woning, met een ruime slaapkamer, een mooie badkamer en een prima woonkamer met keuken. De door Bouwgroep De Nijs-Soffers ontwikkelde flexwoning is prima geschikt voor één of twee personen, en het bedrijf uit Hoogerheide werkt hard aan een variant die geschikt is voor een heel gezin. De revolutie zit ‘m in de manier waarop deze woning wordt gebouwd, vertellen directeuren Luc en Jeroen de Nijs: “De bouw vindt geheel plaats in onze werkplaats, dus in een geconditioneerde omgeving, en bovendien is de bouw voor een groot deel gerobotiseerd. De woning bestaat uit drie delen die, eenmaal op de bouwplaats, in een paar uur in elkaar worden gezet. Op het einde van de dag kan de bewoner er zo intrekken!”

Met de flexwoning is stikstofuitstoot, die ertoe leidt dat in Brabant bijna geen nieuwe bouwvergunning meer worden afgegeven, ineens geen issue meer. De stroom die nodig is voor de productie komt uit zonnepanelen, de enige uitstoot komt van de transportbeweging naar de bouwplaats toe: “De woningdelen kunnen met een elektrische kraan verplaatst worden, en elektrische vrachtwagens komen trouwens ook steeds dichterbij”, zegt Jeroen de Nijs, “de flexwoning is bovendien voorzien van een warmtepomp, en geïsoleerd volgens de meest recente eisen voor nieuwbouw. Het is dus zeker een duurzame woonvorm!”

Voor Bouwgroep De Nijs-Soffers voorziet de flexwoning ook in een behoefte aan continuïteit. “Wij zijn een traditionele aannemer, maar dat is niet altijd meer genoeg. Deze tijd vraagt om een omslag in denken, die we met deze flexwoning maken”, zegt Jeroen de Nijs. Hoewel de productie van de flexwoning voor een groot deel geautomatiseerd gebeurt, is dat geen bedreiging voor het personeel van De Nijs-Soffers: “Het is eerder andersom”, aldus De Nijs, “we blijven traditioneel bouwen, en we blijven onze mensen hard nodig hebben. Maar nieuwe vakmensen vinden wordt steeds lastiger.”


De vraag is groot

De Nijs-Soffers mikt erop om elk jaar zo'n 150 flexwoningen te bouwen in een speciale hal die het bedrijf daarvoor gaat neerzetten naast het huidige bedrijfspand aan de Kooiweg. De interesse is groot, aldus De Nijs: "We krijgen nu al vragen van woningstichtingen en gemeentes, maar ook van particulieren. Zowel starters als mensen die op zoek zijn naar een zorgwoning tonen hun interesse. Deze woning kan snel worden ingezet om de woningnood aan te pakken, die behoefte is groot. En het mooie is: een flexwoning is misschien wel 30 of 40 procent goedkoper dan een bestaande woning. Er komt minder arbeid aan te pas, dat scheelt enorm voor de koper.”