Tuinieren

Ik ben een ontzettende tuinliefhebber. Elk voorjaar geniet ik van mijn Annabellen die doorschieten met hun mooie witte bollen en van de oude kastanjeboom met zijn ontluikend groen. Er zit alleen een addertje onder het gras; ik hou niet van tuinieren. Ook niet een klein beetje, nee, gewoon helemaal niet. Onze tuin en ik hebben al jaren een platonische relatie. Ik geniet van zijn geuren en kleuren maar een vinger er naar uit steken? Liever niet... Ik word al chagrijnig van het idee dat ik op mijn knieën moet zitten om het mos tussen de tegels weg te halen. Soms scoor ik nog wel eens een giftig goedje maar dat liep niet goed af voor de planten die wel mochten blijven groeien. Die keer dat ik toch eens besloot om te kijken of het een mindfulness was dat tuinieren, liep niet goed af. Verwijtend vroeg mijn man waarom ik in hemelsnaam die prachtige Zeeuwse knoopjes uit de grond had gerukt. Die zijn toch overduidelijk geen onkruid? Sinds dit incident laat ik het tuinieren over aan de liefhebber en hou ik mij stevig vast aan het tuinconcept ‘kijken, kijken, niet schoffelen’.