Afbeelding

Borrelpraat

Algemeen

Op een bepaalde dag, ik denk in 1985, zat ik in het Dorpskoffiehuis een potje bier te drinken met nog een paar maten, toen wij erachter kwamen dat er in de achterzaal een club zat te bridgen. 

Om een uur of half vijf ging de hele club naar huis, op één na. Dat was meester Verbraak, bij hem heb ik in de vijfde en zesde klas gezeten. 

Wij raakten in gesprek over mijn vader, ze hadden samen gevoetbald bij de plaatselijke vereniging Halsteren. 

Op een bepaald moment zei hij tegen mij: “Zeg maar Piet”. Je kunt het geloven of niet maar ik kreeg het niet uit mijn strot, ik bleef meester zeggen. 

Kun je dat begrijpen?

Gerrit.