Afbeelding

Volluk: Kat en hond

Algemeen

Laatst kwamen er kennissen langs met hun nieuwe puppy, een alleraardigst lief diertje. Vroeger zouden we zeggen ‘ze hebben een jong hondje’ maar tegenwoordig hebben mensen ‘een puppy of kitten’. 

Nou ja het is hetzelfde. Ook vertelden ze erbij dat het ‘een koopje was’ maar 1400 euro... Hallo dacht ik, maar ik hoorde een paar weken later dat mensen voor hun labradoedel (zo’n hond die vroeger niet bestond) maar nu zelfs 2800 euro kostte.
Ook dacht ik terug aan mijn jeugd en dat ik ook zeurde om een hond. En ja hoor, als sinterklaascadeau kreeg ik een hond, die wij via kennissen opduikelden, zo ging dat in de jaren 50. Als je een hond wilde hebben dan zocht je iemand op die hem wegdeed of een nestje had liggen, alwaar je die veelal zo meekreeg. Maar terug naar mijn hond, waarom ze er vanaf wilden werd al snel duidelijk. De Lassie hond van de pastoor had er dankbaar gebruik van gemaakt (voor jongere lezers, een Lassie hond is een Schotse collie, google maar even) en we kregen er een tijdje later vijf jongen bij, die we ook weer weggaven trouwens. Tot aan de jaren 1950 hadden de mensen thuis alleen huisdieren die een nut hadden. Zo was de kat er om de muizen stand te kortwieken op het erf en in de schuur, vaak kregen die ook geen ander eten, zodat ze wel moesten jagen.
Een hond was er om het erf te bewaken en was veelal aangelijnd of zat in een ren/hok; kleine hondjes waren vaak rattenvangers, die waren echt nergens bang van. Deze honden kregen wel eten maar dit waren vaak overgebleven resten van de maaltijd, aangevuld met slachtafval.
Wel had een enkeling, vaak oudere of eenzame, een huiskat- en/of -hond en duiven of vogels zag je ook wel eens als liefhebberij. Ook was er toen nog bijna geen speciaal katten- en hondenvoer, daar kwam vraag naar toen meer mensen in rijtjeshuizen gingen wonen en hun hond en kat in huis namen. Massaproductie van dierenvoeding kwam goed op gang toen in 1959 in Etten-Leur een grote fabriek van diervoeding kwam te staan, Felix Bonzo. Nu nog een bekend merk, al is in 1998 de fabriek naar het buitenland verplaatst, en zijn er veel meer merken bijgekomen.
Ook moest men toen de hond uit gaan laten, iets wat je daarvoor bijna nooit had gezien, en zag je meerdere malen mensen een rondje lopen en zo praatjes aanknopen met andere passanten. Poepzakjes daar had men nooit van gehoord en vaak was het op veldjes één grote drollenbende. Veel later is het iets verbeterd en zie we de welwillende mensen met poepzakjes naar de bakken lopen, al zie je ook nog mensen sneaky weglopen als ze zich onbespied wanen. Voor katten hebben we nog steeds geen bruikbare oplossing gevonden, voor dit probleem.
Huisdieren zijn van dieren op het erf een onderdeel van het gezin geworden, en zie maar eens wat er aan speeltjes, tuigjes, manden en dergelijke wordt uitgegeven tegenwoordig. Er zijn zelfs dierensupers in de grotere steden.
Tot de volgende Volluk, Twan Simons.