Afbeelding

Borrelpraat

Algemeen

In de jaren 1968-1975 was ik verzekeringsagent, nu heet dat -adviseur, en had mijn klanten in Halsteren en Lepelstraat.

Toen moest ik alle adressen bezoeken om te incasseren. Dat waren zo’n 1000 adressen per week.
Op een donderdag liep ik in Lepelstraat in de Zoekweg. Destijds had bijna iedereen in die straat duiven. Op een bepaald moment voelde ik een harde pets op mijn hoofd. Ik zat helemaal onder de duivenstront.
Bij de eerste de beste klant, mevrouw van Loon, vroeg ik of ik mij mocht wassen. Nadat ze was uitgelachen, zei ze: ‘Dat is goed, mijn jongen’. Ik zal mevrouw van Loon nooit meer vergeten, maar die duiven ook niet.

Gerrit