Borrelpraat

In de tijd dat ik nog voetbalde bij VVC'68 waren er nogal eens leuke gebeurtenissen, zoals ook het volgende.
Er kwam een nieuw lid onze gelederen versterken, hij heette Albert en zijn
beroep was advocaat. Hij was getrouwd en zijn vrouw had een kapperszaak op de
Halsterseweg.

Na de pauze van een wedstrijd moesten wij terug het veld op voor de tweede helft. Wim en ondergetekende sprongen vanuit de kleedkamer met gemak over de draad, die langs het veld was gespannen.
Onze advocaat deed dat ook maar struikelde over die draad en lag languit op zijn knar.

Wim en ik begonnen tegelijkertijd te zingen: 'Advocaatje leef je nog, ieja-deja...'



Gerrit