De politie in uniform in de jaren 60.
De politie in uniform in de jaren 60.

Volluk: De pliesie

Algemeen

De pliesie

Bij ons op Halsteren hadden we Rijkspolitie! In de jaren 60 dat wij als mannekes rondzwierven in de bossen en polders van ons dorp, dan waren wij altijd op onze hoede voor een natuurlijke vijand: de politie, die wij ‘pliesie’ of ‘de bink’ noemden. Waar die naam de bink vandaan komt is mij onbekend en of er meer plaatsen zijn waar deze wordt gebruikt.
Dat het onze natuurlijke vijand was kwam mede door onze opvoeders, die ons al vroeg bang maakten en dan zeiden van: ‘als je iets verkeerd doet, dan komt de politie en die pikt je op, die neemt je mee naar het kotje en daar krijg je brood met spinnenkoppen te eten’. Het kotje was de ruimte links onder het oude gemeentehuis, en mijn vader liet dit duidelijk aan ons zien. Dat dit kotje allang niet meer in gebruik was, vertelde hij er niet bij. Nee, het moest ons afschrikken zoals alles vroeger een vorm van bangmakerij was. Overheid, school, kerk, enzovoorts (want het is zo!).
Nee, een normaal gesprek of luisterend oor was er voor de kinderen van toen niet bij.
Grasveldjes hadden toen nog een bordje met ‘Verboden zich op het gras te bevinden’ erop. Wanneer je daarop voetbalde en je werd betrapt dan werd de bal door de agent meegenomen. Waar we dan wel terecht konden was hun zaak niet; nee, LUISTEREN naar het gezag moest je! Zo kwam ik er laatst achter dat in Rotterdam de kinderen die betrapt waren, als straf op hun vrije woensdagmiddag verkeersboekjes moesten overschrijven, wij kenden dat niet. Bij ons: bal afgepakt!
Halsteren had een eigen politiebureau dat altijd bemand was en nu ik dit schrijf valt het mij op dat we dagelijks politie zagen en dat waren agenten uit het eigen dorp, dus de ultieme wijkagent! Iemand die wist wat er speelde en die je nu zelden meer tegenkomt. De politie in Halsteren was Rijkspolitie, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Bergen op Zoom. Dat was een stad en die hadden gemeentepolitie. Politiemannen dus, want vrouwen zag je toen nog niet bij het korps. Ook forse types waren gewild, vanuit vroeger jaren was de politie er om de wet/orde te handhaven, ja het gezag betekende toen nog luisteren!
Al moet ik wel constateren dat er vooral op de gewone man werd gelet, in het bijzonder op fietsers, zoals geen hand uitsteken, geen werkende verlichting! Je moet je voorstellen dat zowat iedereen een oude fiets had met vaak verlichting die met plakband en elastieken werkend werd gehouden. Ook in de winter met sneeuwval moest alles werken, anders gelijk een bon (bekeuring); ook als je achterspatbord niet wit geschilderd was, een prent.
Later de jacht op opgevoerde brommers. Ja, toen was de politie nog HET GEZAG! Ik weet nog dat bij de Ronde van Halsteren de toeschouwers bij de meet nieuwsgierig naar voren samendrongen, doch na de kreet ‘naar achteren!’ van een agent de mensen weer plaats maakten. Nu ik erover nadenk, wat deden deze mannen zowat heel de dag anders dan patrouilleren en zo de wet uitstralen? Het was de tijd dat vooral bedrijven bijna geen regels kenden. Afval op eigen terreinen storten, vuil water zo laten weglopen en de rest op een grote hoop weggooien op de gemeente vuilstort, nee nergens was controle op. Wel waren ze zichtbaar op straat en reden vaak op de fiets (met altijd een fietstas), ook wel met een brommer. Ik herinner me de witte DKW brommer, en natuurlijk de zwarte BMW motor met zijspan, later opgevolgd door het blauwe Volkswagenbusje met op het witte dak een blauwe zwaailamp.

Als er een vermoeden was dat er iemand met drank op achter het stuur was gekropen namen ze de bestuurder apart en hij moest dan voetje voor voetje over de witte streep van de weg lopen. Viel je er niet af, dan was het nog net in orde. Waarna de agent besliste of het verantwoord was om door te rijden. Oh, je woont vlakbij? Nou, ga dan maar snel naar huis, was het vaak; ja, ons kent ons in 1960. Ook waren er eens een paar kinderen die een deur open zagen staan bij de plaatselijke snoepfabriek; daarlangs naar binnen geslopen en dan hun zakken volstoppen met spekken en lolly’s. Toen ze een geluid hoorden vluchtten ze, en trapten daarbij in een zak met poeder. De gewaarschuwde agent had een makkie en volgde dit spoor naar het huis van de daders, zo de inbraak opgelost!
Ik weet nog dat als wij vroeger rondliepen en dan de pliesie zagen, wij al maakten dat we wegkwamen; ja, zo ging dat in die tijd. Bij ons in de straat had een buurmeisje verkering met een jongen die monteur was van politiemotoren in Bergen op Zoom. Bij het maken van een proefrit kwam hij vaak bij ons in de buurt rondrijden, maar die politiemotor en de karakteristieke witte helm werkten als een rode lap op een stier voor ons. Dus toen hij ons zag en ons wat wilde jennen door onze richting uit te komen, namen wij de vlucht dwars door de brandnetels (broennetels), terwijl er niets aan de hand was. Later aan de toog is hier nog vaak om gelachen. Laatst kreeg ik een foto van een politie-uniform uit de jaren 60 te zien, zwart/donkerblauw met daaronder een rijbroek met kniehoge laarzen, een koppel met pistool, een diagonale riem over de borst en natuurlijk een pet met embleem. Dit komt toch wel heel erg overeen met een berucht uniform...

Tot de volgende Volluk, Twan Simons.

oude foto pliesie in kleding in de jaren 60