Henk van Zunderd
Henk van Zunderd

Varkensblaas ultieme beloning

Algemeen

OSSENDRECHT – Net na de Tweede Wereldoorlog betekende de komst van slager Geert Jansen op het Hageland veel meer dan het vetgemeste varken omzetten in spek. Wanneer de jonge Henk van Zunderd zijn neus in het achterste van de zeug stak, kreeg hij als ‘beloning’ steevast de blaas van de ter doodveroordeelde viervoeter. Met het overbodige urinereservoir was de voetbalsport in het buurtschap weer voor even verzekerd. Inleidende beschietingen voor een ODIO-lidmaatschap voor het leven.

“Op twaalfjarige leeftijd waren we welkom in het Patronaat nabij de kerk. Dit werd gerund door de kapelaan, we konden tafeltennissen, biljarten en ons aansluiten bij de katholieke voetbalvereniging. In 1957 werd ik lid van ODIO. In het begin speelde ik veelal met de oudere gasten mee. Daarna kregen we eigen elftal, een heel goed team waar we uiteindelijk zelfs nog in de junioren hoofdklasse speelden en Brabants kampioen werden. Mijn kameraad Jo ‘van Konte’ van Oevelen was een geweldige spits en er waren er meer die goed konden voetballen. Met het team zijn we ook naar Leeuwarden afgereisd om voor de Bisschopsbeker te spelen. Een wereldreis. De meesten waren nog nooit verder dan omgeving Ossendrecht geweest. We sliepen in gastgezinnen, een belevenis. Op de terugreis kreeg onze leider Charles Konings op de Afsluitdijk een maagbloeding, waardoor onze tussenstop in Amsterdam niet door kon gaan”, blikt Henk van Zunderd (76) terug.

Als voorhoedespeler mocht hij vanuit de jeugd af en toe bij de hoofdmacht aansluiten. Zo ook in het legendarische seizoen 1963-1964. “Ik kan me nog een cruciale wedstrijd bij Corn Boys uit herinneren. Onze beste speler Leo Melsen werd speciaal voor de gelegenheid bij de marine in Den Helder opgehaald, maar kon nooit op tijd in Zeeuws-Vlaanderen zijn. Tijdens de warming-up kreeg ik te horen dat ik mocht starten, maar zodra Leo in beeld verscheen een blessure moest veinzen. Vroeger mocht je niet zomaar wisselen. Ik zat best lekker in de wedstrijd doch haalde uiteindelijk het einde van de wedstrijd niet!” Het daaropvolgende seizoen kwam ODIO op clubhistorische hoogte uit. Terwijl in de Tweede Klasse furore werd gemaakt vervulde Henk van Zunderd diens dienstplicht te Seedorf in Duitsland. “Toen ik terugkwam was de helft van het kampioenselftal vertrokken en maakte ik de neergang naar uiteindelijk Vierde Klasse van nabij mee. Ik speelde veelal in het tweede elftal. Als ik niet geblesseerd was! Ik geloof niet dat er veel meer spelers bij ODIO tegen zoveel blessures zijn aangelopen dan ik. Ik kon echter het spelletje niet missen. Toen ik mijn linkerschouder uit de kom had, hebben ze die met verband vastgezet en ben ik naar de linkerflank verhuisd. Kon ik toch nog met mij rechterschouder tegen de back aanleunen”, lacht Henk van Zunderd.

Ondertussen maakte hij ook deel uit van de jeugdcommissie en was actief als scheidsrechter. “Na 1980 ben ik in de KNVB gaan fluiten. Mooie duels op regionaal topniveau. Een beslissingswedstrijd tussen MOC en FC Bergen voor 1500 toeschouwers staat me nog bij. Na diverse seizoenen sloot ik me nog een paar als speler bij de ODIO-veteranen aan alvorens ik door een knieblessure definitief stopte.” Henk van Zunderd bleef ODIO-supporter voor het leven. In aanloop naar de corona-pandemie bezocht hij dikwijls de ODIO-jeugd op zaterdag. Op zondag wordt hij nog regelmatig bij ODIO 1 gesignaleerd of volgt de verrichtingen van kleinzoon Sven van den Bogaert in ODIO 3.

Afbeelding