Will Raats zegt: "Er zijn spelers die twee jaar ouder zijn geworden zonder dat ze in die tijd een volledige competitie hebben afgerond. Dat is wel enorm zuur. Als je drie jaar geleden had voorspeld dat dat zou kunnen gebeuren had iedereen je voor gek verklaard.”
Domper
Ook vrezen de trainers voor de financiële effecten die de coronacrisis heeft op voetbalverenigingen. "Het uitblijven van wedstrijden en de inkomsten die kantines daarmee verliezen kan niet anders dan een zware financiële domper veroorzaken”, zegt Ernest, "zeker voor de kleine clubs vrees ik voor de toekomst.”
Een andere ontwikkeling, die weliswaar al gaande was maar door de coronacrisis wordt versterkt, is dat het voor trainers steeds moeilijker wordt om een sterk eerste elftal te vormen. “Steeds vaker zie je dat jonge, getalenteerde spelers er liever voor kiezen om met vrienden in een lager elftal te gaan voetballen dan een plek in het eerste op te eisen”, zegt Ernest. “Doodzonde”, vindt Van Schilt, “maar jongens in de leeftijd van pak ‘m beet 17 tot 22 zijn steeds lastiger te motiveren. Ze hebben veel aan hun hoofd, er is veel afleiding, dan is voetbal niet altijd prioriteit.” Bij v.v. Vrederust is het niet anders, zegt Will Raats: “Ik denk wel dat grotere clubs er meer last van hebben dan wij, wij zijn gewend te werken met spelers van buitenaf. En hoe het ook zij: dit is de realiteit. Daar moeten we zo goed mogelijk mee zien om te gaan.”
Verplicht
Toch blijven de trainers positief, omdat ze zo in elkaar zitten, maar ook omdat ze vinden dat ze dat aan hun spelersgroep en hun vereniging verplicht zijn. Allemaal verzorgden ze trouw hun trainingen als dat kon en mocht, en allemaal werden ze positief verrast door de opkomst: “Er was natuurlijk niet of nauwelijks sprake van een competitie, maar ik had op dinsdag en donderdag gemiddeld 16 man op het veld staan. Dat was elke keer weer mooi om te zien”, zegt Marco Ernest. Ook Erwin van Schilt had over opkomst nooit te klagen: “De opkomst was niet anders dan in een regulier seizoen”, zegt hij, “en dat begrijp ik ook wel. Trainen werd ook een soort uitje, om even je zinnen te verzetten en wat leuks te doen.”
Competitie-element
Hoewel de uitdaging voor trainers groot was om een aantrekkelijke training te organiseren, ervaren Marco, Will en Erwin dat ook als een gouden randje: “Steeds nieuwe trainingsvormen bedenken was een leuke uitdaging”, zegt Erwin, “zeker omdat je toch wil proberen een competitie-element in te bouwen. Ik liet de spelersgroep vaak zelf meedenken, en zo is er veel moois ontstaan. We hebben altijd met plezier getraind.” Will is het daarmee eens: “Trainingen verzorgen met zoveel beperkingen maakt je als trainer scherper. Onze bagage is absoluut verruimd, we hebben dingen geleerd die we in een normale competitie zeker kunnen gebruiken.”
Uitdaging
Of die normale competitie er komt, dat blijft de grote vraag. Marco Ernest blijft in het nieuwe seizoen trainer bij VVC '68, Will Raats blijft bij Vrederust en Erwin van Schilt heeft besloten te stoppen bij Nieuw Borgvliet. "In twee jaar heb ik daar misschien 12 wedstrijden meegemaakt. Daar kan de vereniging niks aan doen, maar ik ben toe aan een nieuwe uitdaging.” Die nieuwe uitdaging heeft Van Schilt intussen gevonden bij ODIO in Ossendrecht.
Klus
Hoewel de trainers serieus rekening houden met een Regiocup hopen ze dat de KNVB een manier vindt om de competitie normaal te laten doorgaan. “Als de beker eruit gaat en de maand juni erbij wordt getrokken zie ik wel mogelijkheden”, zegt Will, “als er niks wegvalt zou je 20 wedstrijden in drie maanden moeten kunnen afwerken. Maar ik denk ook dat de bestaande regelingen op de schop moeten. Misschien moet de nacompetitie vervallen? Of moet er anders worden omgegaan met promotie en degradatie zodat de competitie niet zo wordt beïnvloed door nieuwe maatregelen? Ik weet het niet, het is een hele klus voor de KNVB.”
Dringend
Vooral hopen de trainers dat de regering sport zo snel mogelijk weer toestaat. Unaniem zeggen ze: “Sport is essentieel. Juist nu moeten mensen fit blijven. En wij zien van dichtbij hoe deze maatregelen de charme van het amateurvoetbal volledig hebben lamgelegd. Die charme moet terugkomen. Dat is heel dringend.”
