Rinus Nijssen verheugt zich op de reis, en hoopt dat zijn maat Doeke niet teveel last heeft van zijn rug.
Rinus Nijssen verheugt zich op de reis, en hoopt dat zijn maat Doeke niet teveel last heeft van zijn rug. Foto: Dennis van Loenhout

Rinus is weer op reis, maar zonder zijn maat Doeke

LEPELSTRAAT – Afgelopen maandag vertrok het cruiseschip van de Zonnebloem vanuit Arnhem met bestemming Duitsland. Aan boord is de 89-jarige Lepelstrater Rinus Nijssen. Hij verheugt zich op een prachtige reis, maar mist zijn “maat” Doeke Hooghiemstra, die in het ziekenhuis ligt en daardoor de eerste Zonnebloemreis in twee jaar moet missen.

“Twee jaar heb ik door dit raam zitten koekeloeren”, zegt Rinus Nijssen (89) in zijn woonkamer in Lepelstraat, “de kinderen mochten wel komen, maar verder zag ik niet veel. De bingo ging niet door, de kaartclub kon niet samenkomen. Er was weinig aan. Gelukkig ging ik af en toe nog fietsen, en rijden met de scootmobiel. Samen met Doeke, want da’s mijne maat.” 

Ze zijn allebei weduwnaar, en allebei rolstoelgebonden, maar Doeke en Rinus maken het beste van het leven. Weken voorpret hadden ze voor hun reis met de Zonnebloem-boot naar Duitsland. Logisch, want excursies naar Keulen, Andernach en Düsseldorf, livemuziek, heerlijk eten op het drijvende restaurant in de boot en een wijnproeverij in de bekendste wijnstreek van Duitsland, dat is nogal wat.
Vlak voor vertrek kreeg Doeke echter zo’n rugpijn dat hij in het ziekenhuis moest worden opgenomen. De artsen in het Bravis-ziekenhuis kregen een niet mis te verstane instructie: “Jullie moeten me oplappen. Ik moet met Rinus op de boot!” Ze deden hun best, maar besloten om Doeke toch in het ziekenhuis te houden. Rinus moet dus op reis zonder zijn maat en dat steekt: "Ik zal hem missen onderweg. Hopelijk herstelt hij snel!"

Twee jaar geleden maakten Rinus en Doeke al eens een reis met de boot van de Zonnebloem. Die bleef weliswaar binnen de landsgrenzen, maar het plezier was er niet minder om: “Gieren, lachen en brullen was het”, zegt Rinus, “daar hadden we nu weer op gehoopt, zeker na die coronatijd. Die was best eenzaam. Daarom hoop ik dat het lekker weer wordt, dan kunnen we in korte broek op het dek zitten en ’s avonds een borreltje drinken. Dan proost ik op het herstel van Doeke. De volgende reis maken we weer samen!”



De artsen kregen een niet mis te verstane instructie: “Jullie moeten me oplappen, ik moet met Rinus op de boot!”