Sport als ontspanning
HALSTEREN – Als er iemand verstand van hardlopen heeft, dan is het Halsternaar Frein de Laet. Met zijn relatief kleine longinhoud van slechts 3,8 liter liep hij de marathon in 3 uur en 8 minuten, de 20 kilometer in 1 uur en 19 minuten en de tien Engelse mijlen in 56 minuten en 17 seconden. Vraag Frein welke Nederlandse atleet op de Olympische Spelen zeker een medaille gaat halen en zijn antwoord is: “Hassan! Jaja!”
Fietsen, judo, zwemmen, hockey of hardlopen: eigenlijk heeft Frein de Laet (82) nauwelijks een voorkeur. Hij ziet elke sport graag, en zal de komende weken dus regelmatig voor de tv zitten. Regelmatig, maar niet continu. Want hoewel tv kijken ontspannend is, is Frein liever in beweging. Dat is pas echte ontspanning: “Marathons heb ik vaak gelopen, maar op tv naar een marathon kijken is eigenlijk maar saai. Dan lopen ze 40 kilometer lang in een stoet, en pas in de laatste kilometer is er wat actie. Maar Sifan Hassan, die gaat op 5 of 10 kilometer zeker een medaille halen. En zwemmers Heemskerk en Kromowidjojo gaan ook hoge ogen gooien.”
Dat je als atleet een winnaarsmentaliteit moet hebben, en dat je moet kunnen afzien, dat hoef je Frein niet te vertellen. Hij is al 51 jaar lid van AC Olympia Halsteren, en van de 312 hardloopwedstrijden waaraan hij in verschillende categorieën deelnam, finishte hij er 150 in de top drie. In zijn jongere jaren was Frein een tegenstander om rekening mee te houden, al heeft hij nooit de ambitie gehad om professioneel atleet te worden: “Ik had een goede baan in de gasindustrie. Ik heb twee prachtige kinderen, die ik alles heb kunnen geven wat ze nodig hebben. Wat mij betreft heb ik het hoogst haalbare al bereikt. Lopen deed ik vooral om mijn hoofd leeg te maken na een lange werkdag. Dan ging ik altijd even lopen, desnoods nog om 23.00 uur. En nu nog wandel of fiets ik elke dag. Hardlopen pak ik voorzichtig weer op. Een rondje van 10 kilometer loop ik nog binnen het uur. Hardlopen hielp me ook om gezond te blijven. Ik ben in 40 jaar tijd precies één dag ziek geweest!”
Dat zijn longinhoud “slechts” 3,8 liter is heeft Frein nooit gedeerd. “Maar”, weet hij, “Eddy Merckx had een longinhoud van 8 liter. En onze Janus van der Zande was een kleine man, maar zijn longinhoud was óók ruim 6 liter. Ik heb me nooit laten tegenhouden door mijn longinhoud, laatst heb ik al mijn resultaten nog eens uitgeschreven en ik ben er best trots op. De Olympische gedachte, dat meedoen belangrijker is dan winnen, vind ik een mooie. Als ik niet won, dan gaf ik de nummer 1 altijd een hand, maar die kreeg ik niet altijd terug. Dat is jammer, want elke andere deelnemer geeft glans aan de winst van de nummer 1. En ik weet zeker dat ik vaak meer heb afgezien dan de nummer 1!”
