Louis van der Poel
Louis van der Poel

Louis van der Poel: ”Acht seizoenen in Derde Klasse”

Status aparte onder de ODIO-lat

OSSENDRECHT - Tientallen verdedigers, middenvelders en aanvallers droegen met verve de groen-witte clubkleuren. Doelwachters met enige staat van dienst zijn echter op een paar handen te tellen. Ontegenzeggelijk nemen ze een voorname rol in een team in. Een foutje op conto van een goalie betekent dikwijls averij voor heel de ploeg. Toch zijn het vaak ‘vreemde vogels’ die op vrijwillige basis snoeiharde vijandelijke beschietingen trotseren. Op zoek naar verschillen, overeenkomsten en beweegredenen bij Louis van der Poel (87) en Michel Michielsen (34), keepers toen en nu in naam van ODIO!

Verkering

Keeper, een roeping? “De Tweede Wereldoorlog liep op zijn einde toen ik me als lid bij ODIO meldde en direct op doel belandde. Na drie jaar vond ik het welletjes en ging voetballen, iets wat ik veel liever deed. Als rechtshalf speelde ik vervolgens nog enkele seizoenen en kwam vervolgens in ODIO 2 terecht en maakte tegen Zeeland Sport mijn debuut als invaller. Tot op een zondagmiddag dat ik naar het eerste ging kijken en het bestuur in paniek naar me te kwam. Vaste keeper Paardekam had verkering in Zandvliet en was niet op komen dagen. Ze herinnerden zich dat ik in de jeugd ook in de goal had gestaan. Of ik toch maar even thuis mijn spullen wilde halen. Na de wedstrijd kwam de trainer naar mij toe en zei ‘jij komt niet meer uit die goal’. Ik antwoordde dat we dat nog wel eens zouden zien. Hij had echter wel gelijk, de daaropvolgende acht seizoenen was ik vaste keeper. Stiekem vond ik het ook niet zo heel erg want ik had ik die tijd als speler vaak last van verzwikte enkels”, knipoogt elektricien-in-ruste Louis van der Poel.

Michel Michielsen transfereerde vanuit de ODIO jeugd naar Vivoo in Huijbergen. Keepte zich naar een titel en kwam in 2007 als gelauwerd man terug op het oude nest. Aldaar ging sindsdien hij talloze malen de concurrentie voor rugnummer 1 aan. En met succes ook voor de aanstaande voetbaljaargang lijkt hij van zijn plekkie verzekerd. “Ik begon bij de F-jes met keepen omdat het mijn beurt was. En dat is altijd zo gebleven. Daarnaast voetbalde ik met andere teams of als we toevallig twee keepers in het elftal hadden.”


Historie

Een gapend gat van ruim een halve eeuw zorgt bij beide doelmannen voor onwetendheid over elkaars bestaan. Parate kennis en historisch besef? Michel Michielsen: ”Hmm, ODIO-keepers? De mannen waar ik onder andere mee gespeeld heb, Mario Brusselaars, Chris de Moor, Michael Vermaas, Maarten de Weert. Uit het verdere verleden Adrie Leenaerts en Vic van Hoek. Nee, Louis van der Poel is geen naam die spontaan bij me opkwam. Jaren vijftig? Oei, dat is wel heel lang geleden!”

Louis van der Poel later: “Michel kende ik niet, zijn vader Levien natuurlijk wel!” Sprake van een natuurlijke generatiekloof. Louis van der Poel is uit het voetbaltijdperk waar niet alles beter maar vooral anders was. “Vroeger had je, net als nu, verschillende type voetballers. Mijn broer Toine was een ‘buffelaar’, ik hield van technisch voetbal en Louis Schroeijers was bijvoorbeeld de man waar het in ons elftal om draaide. Het verschil zit ‘m meer in de andere zaken als materiaal, velden. Wij trainden maar een keer in de week en speelden heel vaak in de Zeeuwse klasse. Als het daar even niet had geregend kwam je als keeper bont en blauw terug van het vallen op die harde klei. De ballen zijn ook veel beter geworden dan die loodzware met van die veters erin. En dan het verschonen na de wedstrijden. Gebeurde in een teiltje met water. Clinge was de eerste vereniging met een douche en warm water. Wij keken ons ogen uit.”

Michel Michielsen beaamt de huidige privileges: ”De faciliteiten zijn beter. Denk alleen al aan het kunstgras en keepershandschoenen.

Overeenkomstig ontberen beide doelmannen lengte. Desondanks was en is het gehele 16-metergebied op eigen wijze hun domein. “Ik speel graag ver voor de goal, probeer het spelletje te lezen en in vroeg stadium te anticiperen in plaats van afwachten op wat er op je afkomt”, legt Michel Michielsen uit. Louis van der Poel heerste wel in de lucht: ”Als jong ventje was ik al ‘glad en lenig’. En beschikte over behoorlijk wat sprongkracht waardoor ook de hoge ballen vaak voor mij waren.”


Lewedorp

Daar ODIO deze eeuw laveerde tussen de Vierde en Vijfde klasse daar kwam Louis van der Poel louter in de Derde klasse uit. “Acht seizoenen keepte ik zonder te promoveren of te degraderen. Over de derby’s tegen METO werd een week ervoor en ook een week daarna nog gesproken. Ze hadden in die tijd de betere ploeg terwijl wij dikwijls tegen degradatie speelden. En dit dus iedere keer opnieuw wisten te ontlopen. Kan me herinneren dat we na weer een ontsnapping feestelijk door het dorp werden gereden. Mooie tijden. Zo ook de vele uitwedstrijden in Zeeland. Met de bus van Janus Clarijs naar Zeeuws-Vlaanderen of Walcheren. In Lewedorp volgde steevast een langdurige stop en onderweg nog eentje om met z’n allen op een rij onze blaas te legen! Uiteindelijk volgde Vic van Hoek me op en heb ik nog enkele seizoenen in ODIO 2 als veldspeler en aanvoerder gevoetbald. Op m’n 28e ben ik noodgedwongen moeten stoppen. We speelden de kampioenswedstrijd tegen MOC 2 en tik tegen een voetbalknie aanliep, wat het einde betekende. We wonnen overigens wel!”, blikt Louis van der Poel terug.

Voor senior-keeper Van der Poel was ODIO de voorbije decennia enigszins uit het oog doch niet uit het hart. Door de zorg voor diens zieke echtgenote kwam het er niet van om op zondag een wedstrijdje te bezoeken. “Op de achtergrond volg ik ze echter nog wekelijks, op zondagavond kijk ik sowieso op internet naar de uitslagen”, besluit Louis van der Poel.

Louis van der Poel heerst in de lucht.
Michel Michielsen te midden van het ODIO-Ministerie van Defensie (2013).
ODIO 1 (1955). Staand v.l.n.r: Frans van den Maegdenberg, Jo Verelst, Jo Musters, Rinus Verrest, Louis Schroeijers, Antoine van der Poel Zittend v.l.n.r.: Willy Wesenbeek, Marte van den Bergh, Louis van der Poel, Gerard Bogers, Harry de Wit.