Ton Thijssen
Ton Thijssen Foto:

Ton Thijssen: “Als ik het niet doe, wie doet het dan?”

HALSTEREN – Mariniers zijn mannen met plichtsbesef. Halsternaar Ton Thijssen is daarvan het levende bewijs. “Als ik het niet doe, wie doet het dan?” vraagt hij zich hardop af. Die vraag leverde hem een Koninklijke Onderscheiding op.

Oud-marinier Ton Thijssen (79) zit niet graag stil. In zijn beroepsleven bekleedde hij 22 jaar lang een vliegende functie, leidde hij vliegeniers op in Amerika, voerde hij reddingsacties uit en ging hij verschillende malen op uitzending. Hij zag daar soms vreselijke dingen, maar leerde ook veel over plichtsbesef. De vraag “als ik het niet doe, wie doet het dan?” leidde hem ook na zijn pensioen, want toen begon hij een drukke, maatschappelijke carrière.

Die begon in Breda, de toenmalige woonplaats van Thijssen. Een aangereden huisdier zorgde ervoor dat de dierenambulance bij Thijssen aan de deur kwam, en toen hij hoorde van een chronisch gebrek aan vrijwilligers besloot hij zich spontaan aan te melden. Hij bleef actief tot hij in 2004 naar Halsteren verhuisde, toen had hij er al voor gezorgd dat de Bredase dierenambulance van de ondergang werd gered en een doorstart kon maken. Ook in zijn nieuwe gemeente – Bergen op Zoom – ging hij aan de slag bij de dierenambulance. “In 2005 ben ik gestopt”, zegt hij, “omdat ik niet mocht uitrukken voor een gewonde kat. Terwijl dat juist het doel is van de dierenambulance.”

Thijssen is goed in rekenen, dat talent benutte hij in 2002 door FNV-leden te gaan begeleiden bij het invullen van hun belastingaangifte. Dat zou hij 16 jaar blijven doen. Toen had hij inmiddels ook de bridgesport ontdekt. Een kaartje leggen deed Thijssen graag, maar hij besloot zich ook verder in de sport te verdiepen. “Ik wilde wedstrijden leren uitrekenen”, zegt hij, “dat leerde ik van wedstrijdleider Mat Schepers. Ik ben nog steeds wedstrijdleider van de Halstserse Bridge Club op dinsdagmiddag, op woensdagmiddag in De Wittenhorst en ik ben reservewedstrijdleider van Gezelligheid is Troef op donderdagmiddag.”

Voor de voedselbank draaide Thijssen gedurende anderhalf jaar bingo’s in Café Zaal Tivoli, maar zijn grootste verdienste vindt hij misschien wel het feit dat hij bij de bloedbank maar liefst 153 keer plasma gaf. “In mijn plasma zitten stoffen waar medicijnen voor hepatitis B uit gemaakt kunnen worden. Dat ik mensen op die manier kan helpen vind ik heel bijzonder”, zegt hij, “als ik erover nadenk, dan denk ik dat ik dat lintje misschien wel verdiend heb. Als er wat gedaan moet worden, dan doe ik het gewoon. Want als ik het niet doe, wie doet het dan?”