Zorgen over aantal woninginbraken

HALSTEREN - Raadslid Meino Dam (Lijst Linssen) stelt het college van B en W vragen over het aantal woninginbraken in gemeente Bergen op Zoom. 'Dit daalt in heel Nederland, behalve hier', zegt Dam, 'wat gaat er hier niet goed?'
De vermindering van het aantal woninginbraken in Nederland heeft vermoedelijk te maken met het feit dat bewoners meer thuis zijn in verband met de corona maatregelen. Waren er in 2019 nog 39.500 woninginbraken; in 2020 noteerde de politie er 31.000; een daling van bijna een kwart. 'In onze gemeente was er juist een stijging van 61% en dat is zorgelijk.'


Een woninginbraak maakt diepe indruk bij bewoners, want naast materiële schade is er ook psychische schade. Men verliest het vertrouwen in de samenleving en het veiligheidsgevoel krijgt een flinke deuk.

Voorlichting omtrent beveiligen van de woning door goed hang- en sluitwerk en eventueel aanleggen van een alarm is door corona maatregelen vaak alleen nog digitaal mogelijk. Politie, wijkagent en Boa’s komen door de werkdruk niet toe aan preventief surveilleren.

Geeft de avondklok de politie ook meer ruimte om de “hotspots van inbraak” in onze gemeente extra aandacht te geven?

De buurtpreventie is het oog en oor van de politie en is in alle wijken in onze gemeente actief. Mogelijk kan de gemeente ervoor zorgen dat onze buurtpreventie instructie krijgt om verdachte situaties te herkennen om zo een bijdrage te leveren om de inbraakcijfers te doen afnemen.

Het delen van informatie omtrent aangehouden daders; tijdsblokken van de inbraken en de Modus Operandi kan onze inwoners een veiliger gevoel geven als ze weten dat politie en gemeente er bovenop zitten.

In dit verband heeft Lijst Linssen de volgende vragen aan het college:

  1. Maakt het college zich net als Lijst Linssen ook zorgen dat het aantal woninginbraken in Bergen op Zoom wèl toeneemt terwijl landelijk de cijfers dalen?
  2. Welke verklaring kan over het onder 1 vastgestelde feit gegeven worden?
  3. Geeft de avondklok de politie ook meer ruimte voor preventieve surveillance?
  4. Ziet het college mogelijkheden om meer aan preventie te doen om zo onze bewoners aan te moedigen hun woning goed te beveiligen èn dat het delen van informatie zoals aangehouden daders, tijdsblokken van inbraak en Modus Operandi positief bijdraagt aan het veiligheidsgevoel?
  5. Vindt het college ook dat de buurtpreventie die dagelijks actief is in de wijken door instructie meer oog en oor krijgt om verdachte situaties mbt inbraak te herkennen en door te geven aan politie en gemeente?

Gewenste wijze van beantwoording: schriftelijk cf. art.36 van het RvO.

Vriendelijke groet,

Namens Lijst Linssen,

Meino Dam, raadslid