Richard Binkhuysen verricht al jaren onderzoek naar een belangrijke groep verzetsstrijders.
Richard Binkhuysen verricht al jaren onderzoek naar een belangrijke groep verzetsstrijders. Foto: Dennis van Loenhout

Strijden voor de verzetsstrijders

BERGEN OP ZOOM – REGIO - Het was een terloopse opmerking van zijn opa die Bergenaar Richard Binkhuysen zou aanzetten tot zijn levenswerk. Zijn onderzoek, dat nu al 27 jaar duurt, moet leiden tot erkenning voor een groep verzetsstrijders die een cruciale rol speelde in de bevrijding van de regio. Richards opa, Tholenaar Janus van Treijen, was één van hen.

In 1994 keek Richard Binkhuysen samen met zijn opa, Janus van Treijen, naar de herdenking van de bevrijding op tv. Toen daar het verzet ter sprake kwam, kreeg Janus tranen in zijn ogen. “Ik zat ook bij het verzet”, wist Janus uit te brengen. In een heel kort gesprek hoorde Richard dat zijn opa als dwangarbeider in Duitsland terecht kwam, daar werkte als brandwacht en op verlof naar huis mocht nadat hij een brand bluste. Van dat verlof keerde hij niet meer terug, hij dook onder in Borgvliet, en ging bij het verzet in Tholen “Hij wilde er niet over praten”, zegt Richard, “maar ik hoorde dat hij actief geweest was bij Oud-Vossemeer, dat hij in een bunker bij Stavenisse zat toen de bunker naast hem werd overvallen, en dat hij werd gezocht. Hij wilde er liever niet over praten. Hij moet heel bang zijn geweest.” De woorden van zijn opa lieten Richard niet los. Hij besloot uit te vinden wat zijn opa in de oorlog had meegemaakt.


Ardennenoffensief

Toen Janus van Treijen in 2003 overleed had Richard veel ontdekt over het verzetsverleden van zijn opa, en hoe meer hij – ook in de jaren daarna – ontdekte, hoe groter zijn verbazing werd. Zijn opa bleek te hebben gediend in de Orde Dienst Tholen, een groep van 30 verzetsstrijders die, onder Canadees bevel, een cruciale rol speelden in de bevrijding van de regio’s tussen Halsteren, Tholen en Moerdijk. Die groep was in de eerste maanden van 1944 maar liefst 128 dagen aan één stuk actief aan het front, en hield zich – nauwelijks getraind, en nauwelijks gewapend – in een gevecht dat zich 7 kilometer achter vijandelijke linies afspeelde en vijf dagen duurde, het 6e regiment Fallschirmjäger van het lijf. Daarmee maakte de Ordedienst Tholen een langere bezetting van de Antwerpse haven onmogelijk maakte, waarmee de weg vrijkwam voor voldoende aanvoer die de geallieerden in staat stelde het Ardennenoffensief te winnen. “Zonder de bijdrage van deze verzetsstrijders hadden de geallieerden de oorlog niet gewonnen”, stelt Richard onomwonden.


Inspanningen

Op zijn Youtubekanaal, dat hij samen met militair historicus Ruud Bruijns beheert, vertelt Richard het het verhaal van de Orde Dienst Tholen op uiterst gedetailleerde wijze. Dat is hij verplicht aan zijn opa, en diens medestrijders, vindt hij.

“Toen ik mijn opa vroeg of hij een medaille had gekregen voor zijn verzetsdaden zei hij dat het hen daar niet om te doen was. Ze hebben, veelal op klompen, het vaderland gediend en zijn na een korte parade naar huis gegaan, om door te gaan met hun leven. Mijn opa, zijn strijdmakkers en alle leden van zijn groep die de oorlog niet hebben overleefd verdienen erkenning. Hun daden zijn in de schaduw geraakt van wat er zich in Normandië heeft afgespeeld, het gevecht dat ze tegen de Duitsers leverden wordt afgedaan als een 'schermutseling', maar zo mag je het echt niet noemen. Dat doet afbreuk aan hun enorme inspanningen en verliezen. Een anonieme groep van de eigen inwoners speelde een cruciale rol bij de bevrijding, de regio moet dat weten. Want zonder hen hadden we nu misschien niet in vrijheid geleefd”, aldus Richard Binkhuysen.