Hollandia Putte
Hollandia Putte Foto:

Hollandia & Sparta voorlopers voetbalsport Putte

Op zoek naar roots Grenswachters


PUTTE - COVID-19 trekt wereldwijd een zware wissel. De volksgezondheid staat onder zware druk, economisch dienen alle zeilen te worden bijgezet. Om het virus het hoofd te bieden zoeken beleidsbepalers en wetenschappers naar oplossingen. Ter beperking van bewegingen om zodoende de besmettende contacten te reduceren werden medio oktober ook de sportcompetities stilgelegd. Sindsdien is het ook onwerkelijk rustig op de Woensdrechtse voetbalvelden. En of er op korte termijn een herstart is blijft afwachten. Ondanks sombere tijdingen zal 2021 toch van een feestelijk tintje worden voorzien. Het jubeljaar staat immers voor Vivoo (75 jaar), ODIO (90 jaar) en eeuweling Grenswachters al enige tijd met stip op de activiteitenkalender genoteerd!

Het trio jubilarissen is gezamenlijk goed voor ruim 250 jaar voetbalhistorie. Oorsprong, ontwikkeling, hoogtepunten, anekdotes, heroïsche verhalen. Vanaf deze plaats duiken we gedurende dit jaar met grote regelmaat in rijke voetbalgeschiedenis te Huijbergen, Ossendrecht en Putte! Ditmaal terug naar de roots van de Putse voetbalsport…


Hollandia

Begin vorige eeuw. Vanaf bakermat Engeland was de populariteit van het voetbalspel definitief naar het Europese vasteland overgewaaid. Ook in de West-Brabantse contreien staken de plaatsen waar wat werd balletje getrapt, van echte voetbalvelden was nog geen sprake, de kop op. Grensplaats Putte bleef niet achter en vlak over de meet had Graaf Moretus van de Ravenhof toch een prachtig veld ter beschikking gesteld. Het waren echter studenten van de welgestelde Belgische en Nederlandse families die er gebruik van mochten maken. De Putse jeugd kon niets anders doen dan zich te vergapen en wanneer het uitkwam in ongeorganiseerd verband op een hobbelige wei of heideland te spelen. Meer en meer bestond de behoefte aan organisatie, maar wie-o-wie nam het initiatief?

Rond de Eerste Wereldoorlog was er in Putte niet veel te verdienen. Veel mannen werkten elders in het land in de polders, aan dijken, kanalen en waterwerken. Anderen trokken richting Duitsland of Frankrijk. In eigen omgeving bracht mattenvlechten nog enig brood op de plank. Voor veel Puttenaren viel er nog een extraatje te verdienen met het vervaardigen van rozenkransen toen vanuit Sint Willebrord Hubert ‘Maarten’ en diens neefje Marijntje Wijnings in 1912 aan de grens neerstreken. Aan de Grensstraat startte men een paternosterfabriekje. Marijntje deed echter meer. Hij opperde het plan om een voetbalclub van de grond te krijgen om zo de plaatselijke jeugd wat om handen te geven. Dit was tegen geen dovemans oren gezegd. Het Café van de gebroeders Jansen werd clubhuis, erachter verrees een heus voetbalveld. ‘Hollandia’ was een feit en met twee elftallen speelde men hoofdzakelijk vriendschappelijke wedstrijden tegen Belgische clubs.
Ondanks al het enthousiasme was Hollandia geen lang leven beschoren. Toen Marijntje Wijnings in 1919 Putte verliet was het gedaan met de club.


Sparta

Voetbal was echter niet meer uit Putte weg te denken. Samen met een twintigtal leeftijdsgenoten vond de 15-jarige Alexander Hoendervangers een nieuwe geschikt plek om te voetballen. Ze klopten bij landeigenaar Montré aan. Hij ging akkoord en met man en macht werd een heideveld ter hoogte van de huidige Moriaansdreef-Biezendreef geprepareerd. Van de contributie van twee cent in de week kocht Alexander Hoendervangers voor 3.60 gulden een echte leren bal.

Ook de iets oudere Puttenaren raakten geïnteresseerd en waren steeds vaker op het heiveld te vinden. Ze verwijderden de overtollige heide, trokken met geel zand lijnen en er werden doelpalen aangeschaft. De roep om een echte voetbalclub werd luider. Op 21 december 1921 werd er daarom een vergadering belegd in Café Bellevue van de familie Van Beeck. Die avond werd Frans Huijbrechts tot voorzitter gekozen. Benedictus van Beeck nam de rol van secretaris-penningmeester op zich. Victor Willemsen en Frans Hoendervangers werden commissaris en Egidius van Beeck nam het materiaalbeheer voor zijn rekening. Vanzelfsprekend fungeerde Café Bellevue als clubhuis. Als clubnaam koos men voor ‘Sparta’. De Belgische rijwielhandelaar Thor Luijckx was op de eerste vergadering aanwezig en zei die avond dertien truien voor de spelers en een speciale trui voor de keeper toe. Het waren echter wielertruien met hoge kraag, lange mouwen, groen van kleur met in het midden een verticale rode baan voorzien van de naam Sparta.


Buiten spel

De jonge voetballers keken met lede ogen naar de verrichtingen van de nieuwbakken Spartanen en beraamden snode plannen. Ze voelden zich buiten spel gezet nu hun heideveld door de grote jongens was ingepikt. Egidius van Beeck wist hen echter te bepraten en over te halen om ook lid van de club te worden. De leren bal werd overgenomen en de opbrengst onder de jeugdleden verdeeld. Een handvol jonge spelers werd direct in het eerste team opgesteld. Aanvankelijk speelde men vriendschappelijke duels met clubs uit omliggende gemeenten zoals Gooreind, Kapellen, Wuustwezel, Stabroek, Achterbroek en Kalmthout.

In 1922-1923 kwam Sparta uit in de tweede afdeling van de Brabantse Bond. En met verve daar er amper twee seizoenen later al een titel gevierd kon worden. Met dank aan Anton van Put. De wielrenner zette diens fiets aan de kant en werd keeper van Sparta. In de beslissingswedstrijd tegen Oud-Vossemeer stopte hij een strafschop doch de bal werd in tweede instantie alsnog binnen geschoten. De keeper snelde op de scheidsrechter af en liet in niet-mis-te-verstane woorden weten dat dit tegen de regels was. De leidsman was totaal overbluft en keurde de treffer af. Verbouwereerd legden de tegenstanders zich bij het besluit neer. Niet veel later scoorde Sparta en won de wedstrijd. Eenmaal bij de positieven krabden de Vossemeer-spelers zich nog eens achter de oren, voelden zich bestolen en reclameerden een half uur na het duel bij de referee. Hij gaf hen gelijk doch bleef bij zijn beslissing: ’Jammer voor jullie maar protest aantekenen kan tot slechts tien minuten na de wedstrijd!’.


Kiezewiet

Na de promotie ging het crescendo met Sparta. Ondertussen had men wel noodgedwongen een nieuw veld, op de plek van de huidige garage Van Oers, betrokken. Daarnaast waren Alphons als secretaris en Joseph Leijs als commissielid tot het bestuur toegetreden. Laatstgenoemde was tevens gemeentesecretaris en maakte iedereen die aan het gemeentehuis voor een ventvergunning kwam meteen donateur! Intussen speelde Sparta in de Vierde klasse van de Rooms Katholieke Voetbalbond tegen het Ossendrechtse ODIO en HVV (later METO) uit Hoogeheide. Meer dan duizend man tijdens een thuiswedstrijd vormde geen uitzondering in Putte. Achter de schermen zorgden de gebroeders Leijs en Alexander Hoendervangers met tal van acties dat de clubkas werd gespekt en nieuwe spelers konden worden aangetrokken. Naast het voetbal baarde Sparta opzien op allerlei sportevenementen in omliggende gemeenten. Wielerwedstrijden, hardlopen, touwtrekken. De prijzenkast puilde door inspanningen van met name Ferdinand ‘Nandje den Herring’ en Frans ‘Kiezewiet’ Verelst uit.


Mobilisatie

Een en ander viel bij RKVB niet in goede aarde. Als tegenactie diende het Sparta-bestuur een aanvraag bij de Katholieke Sportbond en later Voetbalbond te België in. Zodoende speelde men van 1935 vier seizoenen tegen louter Belgische tegenstanders. Gouden tijden voor club en Putse middenstand daar de supporters van over de grens nog al eens onder het genot van een borreltje of pintje bleven nakaarten. Sparta is waarschijnlijk de enige Nederlandse club die ooit in het Belgische voetbal uitkwam. Aan het Belgische avontuur kwam een einde door de mobilisatie in 1939 en daaropvolgende Tweede Wereldoorlog...


Foto's: Links onder: Hollandia met staand v.l.n.r.: Ties de Tod, Ties van Kee de Zwarte, Roeke;
Midden v.l.n.r.: Geert van Simon van Verhoeven, Nelis van Jaantje, Jef van Fron de Schrale;
Zittend v.l.n.r.: Toon van Bakker Verschure, Frans de Duit, René van Martin Jansen, Toon van Duivekes, Rie de Prikkerd.

Boven: Sparta met staand v.l.n.r.: Alphons Guns (Fons de Broek), Jack Hendrickx ( Sjaak de Munte), Frans Verelst (De Kiezewiet), Ferdinand Janssens (Nandje den Herring), Alphons Leijs (Fons de Sik), Louis Ots;

Midden v.l.n.r.: Louis Damen (Lowieke), Petrus van der Zande (Piet de Pruis), Sander Hoendervangers (De Tel);

Zittend v.l.n.r.: Frans Cleiren (Frans de Duit), Frans Hoendervangers (Frans de Tel), Benedictus van Beeck (Dikke van Beeck).

Sparta Putte
Alexander Hoendervangers
Sparta Putte