Afbeelding
Foto:

Een echte Ostrechtse krijg je niet klein

OSSENDRECHT – Ze is een “echte Ostrechtse”, van 88 lentes inmiddels, en op allebei die feiten is ze reuzetrots. Net de Vos-Bogers laat zich haar wandelingetje en haar kletspraatje niet afnemen door de coronacrisis. En hoewel het leven wat haar betreft vandaag nog terug naar normaal mag, is haar motto: “zeuren kan altijd”. Maar zeuren, dat doet een echte Ostrechtse dus niet graag.

“Eigenlijk heet ik Antoinetta Petronella, maar dat duurt te lang, dus noemen ze met Net”, zegt Net de Vos (88). In haar appartement aan de Doktersstraat praat ze honderduit over haar leven in haar geliefde Ostrecht. Ze werd geboren in een boerderij aan het Hageland. Als kind was ze bang van onweer, maar haar vader leerde haar een wijze les: met auto’s gebeuren meer ongelukken dan met onweer. In haar verdere leven onthield Net dat angst vaak een slechte raadgever is.

Vóór de coronacrisis toesloeg woonde Net Bogers 42 jaar in de Slingerstraat, zette ze drie kinderen op de wereld waarvan ze er slechts twee mocht zien opgroeien en werd ze oma én overgrootmoeder. In 1990 moest ze al afscheid nemen van haar echtgenoot Victor. Het leven spaarde Net de Vos niet, maar ze is sterk. Dat helpt haar ook in de coronacrisis. Hoewel ze het vervelend vindt dat er zoveel beperkende maatregelen zijn genomen, maakt Net de Vos er elke dag gewoon het beste van. Door te lezen, te puzzelen, naar de radio te luisteren en tv te kijken. “Maar vaak is er eigenlijk niks op tv”, zegt ze. Twee keer per week komt haar buurman Kees nog koffie bij haar drinken. “Ik ben klein, maar Kees is groot, dus hij helpt me wel eens bij het opwinden van mijn klok. Toen het sneeuwde kwam hij me de Troskompas brengen, en ik geef hem wel eens rode kool of appelmoes mee naar huis. We helpen elkaar, zo doen we dat in Ostrecht.”

Als het weer het toelaat maakt Net de Vos zo vaak ze kan een wandelingetje. En hoewel ze niet meer zo snel loopt, wandelt ze nog vaak het hele dorp door, soms met een ommetje langs de supermarkt, als ze bijvoorbeeld nog een pak melk nodig heeft. “In de winkel herken je elkaar niet door die mondkapjes, maar op straat kom ik nog regelmatig bekenden tegen. Dan roep je elkaar van een afstand even toe hoe het gaat, en kun je toch nog een praatje maken. Of ik bang ben voor corona? Helemaal niet. Ik ben er van overtuigd dat je gaat als het je tijd is. En ik heb goede genen, mijn grootmoeder en mijn zus zijn allebei 97 geworden. Trouwens, ik heb al een spuit gehad tegen corona. 16 maart krijg ik de tweede. Of ik bijwerkingen heb gehad? Niks. Helemaal niks! Ik geloof niet in bang zijn. Je kunt veel beter vrolijk zijn. Vrolijk zijn en deurzetten!”