"Ik zit hier best" , zegt Louis over de woonunit waarin hij nu woont.
"Ik zit hier best" , zegt Louis over de woonunit waarin hij nu woont. Foto:

“ ’t Komt allemaal goed”

HUIJBERGEN – ’t Komt allemaal goed. Voor Louis van Wezel is het zijn levensmotto, want hij laat zich niet gemakkelijk uit het veld slaan. De brand op zijn woonboerderij ontnam hem alles, behalve de wens om terug te keren op het erf waar hij al 87 jaar woont. Dat doet hij vanaf nu in de wetenschap dat Huijbergen hem heel graag ziet, en heel veel voor hem over heeft.

Op 4 november brandde de boerderij van Louis van Wezel aan de Moerkantsebaan volledig af. “Ik lag op bed en dacht dat ik het licht had aangelaten”, vertelt hij, “toen ik in de kamer kwam zag ik vlammen. Stroom en de telefoon waren al uitgevallen. Ik heb een pan met water over de vlammen gegooid en ben naar de schuur gegaan om de waterslang te pakken. Maar die kreeg ik niet los, en ik moest in het donker op zoek naar mijn combinatietang. Anders had ik het misschien wel uitgekregen.” Na die constatering wordt Louis wat stil. Moedig? Dat wuift hij weg. “Ik had geen tijd om bang te zijn. Ik moest wat dóen.”

Louis vocht als een leeuw om het huis waar hij werd geboren en opgroeide te redden, maar besefte ook – net – op tijd dat het een heilloze missie was. Met verbrand haar en brandwonden op zijn gezicht en handen werd hij afgevoerd naar het ziekenhuis, terwijl zijn woning volledig in de as ging. Zijn dochter Marlies en haar man Rob vingen hem daarna op in Steenbergen, waar zijn vijf kleinkinderen hem als een koning behandelden. Maar Louis wilde maar één ding: terug naar Huijbergen. Daarom kwam er een woonunit op zijn erf. “Ik zit hier best”, zegt Louis, die wel wil toegeven dat de sloop van de uitgebrande resten van zijn woning wel pijnlijk was: “Alsof een bulldozer je leven opruimt terwijl je erbij staat te kijken. Vlak voor Kerstmis werden de laatste resten weggehaald. Dat deed zeer.” Na de brand had Louis niks meer, vertelt hij: “Toen ik naar het gemeentehuis ging om een nieuw rijbewijs wilde ik de pen die daar lag meenemen. Dat vond mijn dochter raar, tot ik haar eraan herinnerde dat ik zelfs geen pen meer had.”

Gelukkig kun je materiële pijn verzachten. Dat deed zo ongeveer de hele Zuidwesthoek voor Louis. Honderden kaarten, een slinger met "welkom thuis in Huijbergen” van de kinderen van basisschool Sainte Marie, etenswaren, meubelen, zaaigoed en zelfs een kip: Louis kreeg het allemaal. Hij is er haast beduusd van, zo veel was het: "Ik geloof niet dat ik veel vijanden heb. Je houdt niet voor mogelijk wat ik allemaal heb gekregen. Dat doet wel iets hoor…” Als een oude, Huijbergse boer zegt dat zoveel liefdadigheid hem "iets” doet, dan spreekt hij zijn allerdiepste dankbaarheid uit. Mede dankzij de vrijgevigheid van mensen uit de hele regio komt het - zoals Louis zichzelf voorhield - allemaal goed. Hij wil nog maar één ding: "Mooi weer. Dan kan ik weer aan de slag in mijn moestuin. Groenten kweken. Die geef ik vaak weg, dan zeg ik altijd: deze week is het gratis, maar volgende week is het twee keer zo duur!”

Louis van Wezel op de plek waar zijn woning stond.