Lawaai

Ik heb een hekel aan nodeloos lawaai én aan lawaai op de verkeerde tijden. Waarom worden we in bijna elke lift geconfronteerd met die achterlijke achtergrondmuziek. Ik noem dat 'deftig lawaai'. Met het lawaai van huilende kinderen, sirenes van hulpdiensten, vliegtuigen en treinen heb ik me verzoend. Waar ik slecht tegen kan is dat de gemeente 's morgens om half acht een bladblazer onderweg stuurt. Natuurlijk net op een dag dat ik uit wilde slapen. Het misselijkste lawaai is toch echt het aanhoudend geluid van een buurman die aan het boren is. Nu de helft van Nederland thuis werkt, gaat zo'n buurman dan ook nog 's avonds om half negen aan de slag. Net als Voetbal Inside begint klinkt dat irritante geluid van die 'tandartsboor' in je oren. De geluidsoverlast van evenementen zijn we door de omstandigheden even kwijt. Een paar zomers geleden leek het wel of er elk weekend twintig festivals aan de gang waren. Van alle kanten werd je tot midden in de nacht omver geblazen. Een simpele horeca-uitbater kreeg toen honderden euro's boete als hij een plaatje draaide en per ongeluk de deur open had laten staan. Zo'n eenmalig evenement werd meestal met rust gelaten of afgedaan met een waarschuwing. Ons 'platte landje' heeft er de laatste jaren nog een onverwachte vorm van geluidsoverlast bij gekregen. Vrienden van ons wonen op het platteland. Eens in de zoveel jaar gaan we daar op bezoek. Vlak bij hun fantastische huis staan nu een paar joekels van windmolens. Die krengen maken een lawaai, je zou ervoor verhuizen. Die vrienden van ons beweren dat ze er al aan gewend zijn. Bij hun vrijstaand paleisje hebben ze in ieder geval geen last van een borende buurman, maar zo'n windmolen is door zijn dominante bouw en zeurend geluid toch een aantasting van het woongenot.