Qwynn en Rosita zijn harde werkers.
Qwynn en Rosita zijn harde werkers. Foto:

De harde werkers van Steenspil

HALSTEREN – Wie in gesprek gaat met leerlingen van Steenspil weet dat vmbo-leerlingen de toekomst hebben. Het zijn stuk voor stuk harde werkers, met technisch inzicht en een voorliefde voor fysieke inspanning. “Maar”, zegt Rosita, “we zijn ook heel erg leergierig.” Dat komt goed uit, want op Steenspil valt heel veel te leren.

De praktijklessen. In één adem zeggen Rosita Hendrickx (13) en Qwynn Clarijs (14) dat dat de reden is waarom ze voor Steenspil kozen. “Ik wil personal trainer worden, daarom heb ik de richting economie, zorg en welzijn gekozen”, zegt Rosita, “ik wil dingen doen, ik zit niet op school om alleen maar te zitten en te luisteren.”

Daarmee is Qwynn het helemaal eens, Hij wil graag sportleraar worden, en het feit dat hij op Steenspil zo’n 12 uur per week kan sporten is hem daarom op het lijf geschreven. “Dan kan ik tijdens de theorielessen een beetje uitrusten”, grapt hij, “maar serieus: ik vind het fijn dat iedereen hier gericht voor jou bezig is en dat je wordt geholpen om je doelen te bereiken.” Dat het vmbo soms een slechte reputatie wordt toebedeeld weten Qwynn en Rosita ook, maar ze zijn het er hartstochtelijk mee oneens: “We zijn heus geen gangsters”, zegt Rosita, “we zijn hardwerkende, leergierige kinderen, gewoon zoals alle anderen. Alleen willen wij dus dingen doen!”

Op Steenspil is Michel van Loon onderwijsmanager van de onderbouw. Hij herkent iets van de woorden van Qwynn en Rosita in alle 350 leerlingen die Steenspil rijk is.

“We zijn nog steeds een kleinschalige school”, zegt hij, “maar ons voordeel is wel dat we groot genoeg zijn om onze leerlingen 12 routes aan te bieden, die hen richting een goede mbo-opleiding kunnen sturen. In de technische, uitvoerende vakken is de vraag naar goede mensen groot, en onze leerlingen staan te trappelen om aan die vraag te voldoen. Techniek bijvoorbeeld kun je bijna niet uit boeken leren, het vraagt een soort praktische intelligentie die door de buitenwereld vaak wordt onderschat maar die bij onze leerlingen in hoge mate aanwezig is. Daar mogen ze trots op zijn. Dat zijn wij ook, als we zien hoe ze in een project met de politie op stap gaan om jongeren aan te spreken op alcoholgebruik, of als ze in wijkhuizen ouderen gaan waarschuwen voor de gevaren van bijvoorbeeld babbeltrucs. Onze leerlingen maken enorme stappen in hun ontwikkeling, dat is heel mooi om te zien”, aldus Michel van Loon.


Meerwaarde

Ondertussen denkt ook Steenspil na over slimme manier om het digitale onderwijs dat zich eerder dit jaar zo razendsnel ontwikkelde in te zetten voor haar leerlingen.

“Dat het meerwaarde kan hebben, daarvan zijn we overtuigd”, zegt Van Loon, “je kunt je afvragen of álle lessen nog fysiek gegeven moeten worden. Maar alle lessen digitaal, daar geloven we niet in. Leren doe je ook door bij elkaar te zijn.”