Volluk
Volluk Foto:

Landarbeiders

Volgens de kalender is nu de zomer zowat afgelopen, al denkt de thermometer daar op 15 september heel anders over. Zwetend fiets ik door de polder. De akkers raken steeds leger, de oogsttijd loopt op het einde. We waren begonnen, op de koude grond althans, zowat april met de asperges, daarna de aardbeien, het graan, de boontjes. De aardappels worden nu gerooid en ook is de suikerbietenoogst alweer begonnen.

Als je nu door de polder rijdt, moet je goed doorfietsen om de machtige machines en de reusachtige tractoren bij te blijven. Ja, het is heel droog dus de loonwerker lacht van binnen. Dit allemaal zijn de producten die in mijn schooltijd allemaal nog met de hand werden uitgedaan door landarbeiders in vaste dienst of als los werkman bij een boer, aangevuld met huisvrouwen en schoolkinderen. Alles was in de jaren na de oorlog handarbeid, eerst de grond bewerken, zaaien, planten, onkruidvrij houden en dan oogsten. Men moest veelal alles stuk voor stuk oprapen, plukken enzovoort. De natuur bepaalde het begin van de oogsttijd, namelijk warm, koud, te droog, te nat, dit alles was bepalend wanneer de producten rijp waren. In de jaren 50 kwam de mechanisatie op gang, het werk werd veelal lichter, ging sneller en men had veel minder mensen nodig. Dit kwam goed uit daar er een grote uitstroom van werkkrachten naar de fabrieken en bijvoorbeeld de haven kwam. De grote bulk van producten wordt nu door machines geoogst, zoals het graan, aardappels, bonen, suikerbieten enzovoort, er komt geen hand meer aan te pas. Ook had men vroeger alleen het paard als hulp, bij het trekken van de kar en bij ploegen in de polder. Op het zand werd toen bijna alles nog gespit, (jonge) mannen waren vaak weken achtereen aan het spitten bij de tuinders. Wel is het zo dat er nu nog een aantal producten met de hand en stuk voor stuk worden geoogst. Hier in de buurt vooral asperges en aardbeien, al zie je die laatste hier op de koude grond niet veel meer. Dan was het op je knieƫn kruipen en zo langzaam de rijen afgaan, nu plukt men ze in kassen en daar hangen ze nu op stahoogte. Ook appels en peren worden nog geplukt, veelal door arbeidsmigranten, al zie je bij ons op Halsteren niet veel boomgaarden meer. Het is bijna niet voor te stellen, en het was ook voor mijn tijd dat de erwten en zilveruitjes door mensenhanden stuk voor stuk werden geoogst door grote groepen mensen, die men een krooi noemde. Overigens zie je deze producten in onze streek niet meer, waar zijn die gebleven? Ook de landarbeider, op een volkstuinder na, is verdwenen dacht ik, maar wat kwam ik tegen? Nog iemand die ouderwets de aardappelen uitdeed met de hand. Is dit de laatste? Moet Toon naar het museum? Prachtig om dit nog tegen te komen. Tot de volgende VOLLUK.

Twan Simons