11. Doping

Mijn buurman kon vroeger verschrikkelijk goed schaatsen. Je had in onze jeugd van die langeafstandstochten en daar was hij niet te kloppen. Sterker nog: hij reed alles en iedereen op een kwartier of meer. Zo’n 30 jaar later bekende hij in een onbewaakt ogenblik dat hij in die tijd pillen haalde in België, ‘waar je peper van in je kont kreeg’. Doping dus. Toen hij helemaal goed op zijn praatstoel ging zitten, kwam hij met een ‘speciaal’ verhaal: “Ik ben ervan overtuigd dat aan de top elke kracht- en duursporter doping gebruikt. Op een gegeven moment loop je tegen de grenzen van je mogelijkheden aan. Je hebt dan alles op het gebied van training en voeding al uit de kast gehaald. Als je dan weet waar je doping kunt halen dan ga je het gebruiken. Bij die gewichtheffers, kogelstoters en discuswerpers ligt het er duimdik bovenop, maar ook schaatsers, wielrenners en hardlopers slikken en spuiten er lustig op los. In het Oostblok was dopinggebruik altijd al een vast onderdeel van topsportbeoefening. Ter meerdere een en glorie van het regime werden daar de sporters stelselmatig aan allerlei ‘dopingstreken’ blootgesteld. Nu is er een rel rond tennisser Nadal, die na een lange pauze de ene na de andere wedstrijd wint. Hijzelf ontkent in alle toonaarden, maar ik denk dat ook hij de pillenpot gevonden heeft. Marianne Vos was een eeuwigheid uit koers en Sven Kramer gaf toe dozen vitaminepillen te slikken. Nee, onze Sven en onze Marianne doen zoiets natuurlijk niet! Ik zou er m’n geld maar niet onder verwedden want je bent het gegarandeerd kwijt. Ik durf zelfs mijn handen niet in het vuur te steken voor onze nationale trots Daphne Schippers. Heb je die bovenbenen gezien?

Lekker zo’n buurman, als je een sportliefhebber bent.