Oeverzwaluwen in Scherpenissepolder

Op onze fietstochten langs de Oosterschelde, slaan we altijd ook even af om bij het vogelkijkscherm in de Scherpenissepolder te kijken. Zo ook vorig weekend. Al bij de Karrevelden bij Tholen, zien we veel drooggevallen stukken en ook bij het kijkscherm heeft de droogte toegeslagen en is er veel water verdwenen.

Door de kijkgaten zien we tegenover ons dat er zelfs een soort oever is ontstaan, waarop we een Oeverloper zien foerageren. Dat is al leuk om gade te slaan. In de steile zandwand aan die over zien we allerlei gaten. We hoeven niet lang te wachten of er komt een zwerm Oeverzwaluwen laag over het water aanvliegen, met snelle zwenkingen, waarbij ze zich, al vliegend, tegoed doen aan de insecten. We zien 1 ouderpaartje steeds hetzelfde gat invliegen om er even later met een poepje van hun jongen in hun bek weer uit te komen Die hebben als enige nog jongen. Oeverzwaluwen graven in dergelijke wanden tunnels van wel zo’n meter diep. Ze brengen over het algemeen vanaf eind mei 2 legsels voort met zo’n 4-5 jongen. Het broeden duurt 14-17 dagen en de jongen blijven 20-24 dagen in het nest. Dit paartje is het enige met nog een broedsel, want bij de andere gaten vindt geen activiteit plaats, de overige Oeverzwaluwen vliegen alleen insecten vangend rond. Vanaf juli tot in oktober vertrekken ze om te overwinteren in Afrika en zullen de eerste Oeverzwaluwen vanaf maart weer terugkeren. Het is een van de kleinste zwaluwen, misschien ook daarom vind ik het een schattige zwaluwsoort. Ooit fotografeerde ik er een op de Molenplaat, die even uit zat te rusten op een touw. Vooral die ogen springen eruit.

In het Naturalis waagde ik me eens aan het spelen van een game, waarbij je zelf de zwaluw voorstelde en moest je razendsnel (de snelheid van de vliegende zwaluw) met een joystick insecten vangen. Die snelheid haalde ik totaal niet, ik ving nauwelijks insecten, dus mij zou als zwaluw een kort leven beschoren zijn wegens gebrek aan voedsel.

Ria Hogerwaard