Pim Bruijnzeels als verslaggever bij de Tour die van start ging in Kopenhagen.
Pim Bruijnzeels als verslaggever bij de Tour die van start ging in Kopenhagen.

De Tour de France als speeltuin

Algemeen

HOOGERHEIDE – Nooit eerder in de ruim honderdjarige historie ging de Tour de France noordelijker van start dan vrijdag jongstleden in Kopenhagen. Na een Deense rondgang van drie dagen verkaste de karavaan naar Duinkerke voor het vervolg in vertrouwde contreien. Als vanouds weet de grootste meerdaagse wielerwedstrijd mondiaal de aandacht op zich gevestigd. Ruim 200 coureurs worden gedurende drie weken op de voet of in het wiel gevolgd. De verrichtingen vormen mondiaal voer voor miljoenen wielerliefhebbers. Van oudsher via radio, televisie en schrijvende pers. Pim Bruijnzeels voorziet in dienst van het Algemeen Dagblad als online verslaggever eveneens in een groeiende behoefte!

De 25-jarige Hoogerheidenaar voelt zich als een kleine jongen in een speeltuin. Tijdens zijn opleiding met een toekomst in het hotelwezen merkte hij al snel dat er gewerkt diende te worden op momenten dat zijn vrienden aan het feesten waren. Pim Bruijnzeels besloot eigenhandig de koers te wijzigen en alsnog diens droom als sportverslaggever na te gaan jagen. Afstuderen aan de school voor journalistiek te Tilburg is nog slechts een kwestie van tijd. Onderwijl timmert hij tussen de wielen aardig aan de weg, hetgeen hem een Tourdebuut opleverde.

“Van jongs af volg ik de wielersport en in het bijzonder de Tour de France. Het leek me fantastisch om daar ooit op een of andere manier deel van uit te kunnen maken. Er ging echter geen groot wielrenner in me schuil. Verslaggeving vormt een aardig compromis”, knipoogt Pim Bruijnzeels.

De journalist koos voor de voetbalsport, verdedigde het doel van METO 1 en werd onlangs als spits kampioen in het derde elftal. Fietsen doet hij slechts als pure liefhebber. Een gemis als ervaringsdeskundige? “Het echte wedstrijdgevoel, het rijden in een peloton, dat mis ik. Jammer, maar niet echt een pre. Bij mijn weten heeft bijvoorbeeld Mart Smeets ook niet op een racefiets gezeten. Hij kon er daarentegen best wel mooi over vertellen.”

Pim Bruijnzeels liep stage bij diverse Brabantse kranten alwaar hij onder meer de verrichtingen van Willem II volgde. Naast schrijvende teksten verdiepte hij zich ook in het videowerk. Tijdens een videostage bij het Algemeen Dagblad wist hij zich bij het NK wielrennen te onderscheiden. “Toen Thijs Zonneveld en Hidde van Warmerdam vanwege corona en de voorbereidingen op de Olympische Spelen in Tokyo, de Tour 2021 in laatste week moesten verlaten, werd ik voor de laatste dagen naar Frankrijk gestuurd. Een prachtige ervaring die echt naar meer smaakte.”

Prietpraat

En Pim Bruijnzeels werd op zijn wenken bediend. In de winter vormde het WK darts in Engeland een aangename brug naar de vele cyclocrossen en het daaropvolgende wegwielerseizoen. Voor en na de wedstrijden interviewt hij veelal de hoofdrolspelers. Het resultaat is kort daarop in een weergave van een paar minuten online bij het AD te zien. “Zo heb ik alle klassiekers mogen doen en was ik bij het openingsweekend van de Ronde van Italië in Hongarije. Fantastisch om de roze coupe van Mathieu van der Poel van dichtbij mee te maken. Aardige gozer om te interviewen trouwens.”

Om beslagen ten ijs te gaan mist de verslaggever niet veel. Al vele jaren inhaleert hij al het wielernieuws, van prietpraat tot wielerweetjes, van serieus nieuws tot literaire info. “Ik probeer me van te voren goed in te lezen en te weten wat er speelt. Het komt niet zo heel professioneel over wanneer je een onverwacht antwoord krijgt en niet kunt anticiperen. In het begin schreef ik vragen op, nu nog enkele steekwoorden. Papiertjes die meer en meer ongebruikt uit mijn broekzak komen”, aldus Pim Bruijnzeels.

Ludiek

De komende drie weken maakt hij deel uit van de equipe In het Wiel. Samen met Thijs Zonneveld en Hidde van Warmerdam brengt hij namens het AD de Tour de France middels een podcast en online in beeld. Dagelijks staat hij oog-in-oog met Roglic, Pogacar, Van der Poel, Mollema, Groenewegen, Jakobsen. Wedstrijd na wedstrijd wordt ook hij, ondanks het mondkapje, een bekend gezicht bij de coureurs. “De kapjes moeten soms nog, soms weer niet. Je mist hierdoor net een stukje mimiek, lastig maar niet anders. Ik probeer met een originele, ludieke openingsvraag het gesprek aan te gaan. Favoriete renners? Uhmm. Laten we het erop houden dat de een iets makkelijker voor de camera praat dan de ander”, besluit Pim Bruijnzeels diplomatiek.

Media aandacht voor eerste geletruidrager Yves Lampaert.