Jan Luysterburg
Jan Luysterburg

Nieuw dialectwoord: Iedeejaole

Algemeen

Beste mensen,

Ad Borremans is met vakantie. Dat is hem natuurlijk van harte gegund. Het betekent echter wel, dat u het, als lezer van deze rubriek, deze keer zult moeten doen met slechts twee inzendingen, namelijk die van Yvonne Rijk en van Peter Borremans

Eigenlijk is het wel jammer dat er veel mensen zijn die vaak of soms de neiging hebben om mee te doen, om te reageren op bepaalde onderwerpen, maar dan toch maar besluiten om het niet te doen. Waarom niet? Wie zal het zeggen. Dikwijls denken mensen dat ze wel iets kunnen vertellen, maar het niet op kunnen schrijven. Anderen denken dat onze lezers niet geïnteresseerd zijn in hun verhaal. Of ze zijn bang dat ze uitgelachen worden omdat ze fouten hebben gemaakt. 

Dat betekent dus, dat mensen te min denken over zichzelf. Ieders verhalen zijn interessant. En hoe je dialect moet schrijven is niet in wetten en regels vastgelegd, dus je doet het nooit fout. En echt, als er in een verhaal een kromme zin staat, dan brei ik hem wel recht voordat ik het verhaal opneem in mijn rubriek. En als een woord eigenlijk met een hoofdletter moet, nou, dan maak ik er een hoofdletter van. 

Dialect is eigenlijk veel meer spreektaal dan schrijftaal. Dialectverhaaltjes mogen dus best geschreven zijn zoals de mensen praten. Graag zelfs! Want des te meer spreken ze de lezers aan.

En dat de verhaaltjes in deze rubriek onze lezers aanspreken, dat kan ik u verzekeren. Yvonne Rijk oogst overal, maar vooral in Ossendrecht, respect, bewondering en dankbaarheid vanwege de typisch Ossendrechtse woorden en uitdrukkingen in haar leuke verhaaltjes. Verhaaltjes die uit het leven gegrepen zijn. Ad Borremans krijgt voortdurend te horen, dat zijn verhaaltjes zo lollig zijn om te lezen. Ook ik word dagelijks op straat aangesproken door mensen die me meedelen dat ze zo genieten van deze rubriek en van de verhaaltjes die er in staan. Of ze informeren wie toch die Peter Borremans is, dieje taolonderzoeker. Om dan verbaasd te constateren dat het een doodgewone dorpsgenoot is.

Ik bedoel dus maar: wanneer u ook maar even een klein beetje de neiging voelt om ook eens iets in te sturen, doe dat dan gewoon. Ik kan u verzekeren dat het erg leuk is om in de Halsterse Krant & de Zuidwestkrant uw bijdrage terug te lezen. En ook om op straat mensen te ontmoeten die tegen u zeggen dat ze uw verhaal zo leuk vonden. En dat ze het helemaal met u eens zijn, of toch grotendeels. Of dat ze tegen u gaan vertellen dat ze zoiets ook eens hebben meegemaakt. Zo heeft u eens wat andere gespreksstof dan het weer van de laatste tijd.

Probeert u het een keer? Alvast bedankt!

Wa doe t’r op? (Het woord van de vorige keer)

 Yvonne Rijk heeft een beetje verbaasd gereageerd op het onderwerp van de vorige keer. Maar het leverde meteen weer een mooi verhaaltje op:

‘Zoals jij zelf ook al vermeldde, was ik me totaal niet bewust van het feit dat deze uitdrukking dialect is.

“Wa doe t’r oep?” heel vaak gebruik ik deze uitdrukking. Als één van de kinderen huilend aan kwam lopen, als iemand me roept, als iemand vloekt, als er een ongeluk is gebeurd en zo kan ik nog eindeloos door gaan.

Bij al deze gelegenheden zeg ik steevast: “wa doe t’r oep?”

Jaren terug, de betaalpasjes waren net uitgevonden, kwam ik langs de Rabobank gelopen. Daar stond een man hulpeloos om zich heen te kijken.

“Iek zoog datter wa d’oep deej.” Ik zeg zo tegen die man: “Doe t’r wa d’oep? “ Hij zegt: “Kuunde gij me sewijlen elpe?”

Ik zeg: “Zeg mar waor mèj.” Hij zegt: “Nou weettek toch nie oe dak aon mun geld moet komme. Z’emme gezeed dat da hiermej kan”, waarop hij zijn betaalpasje toonde.

Gelukkig kon ik hem helpen. Dat ik eigenlijk zijn pincode niet mocht weten, deerde hem niks.

Dolblij pakte hij zijn geld uit de muur, zeggende: “Goh, da gij da kuunt.”

Ik denk dat hij nog wel een paar keer geholpen is, eer hij het alleen kon.’

Dankjewel, Yvonne en tot de volgende keer maar weer!

De bijdrage van Peter Borremans bewaar ik tot volgende week.

Het nieuwe woord

As we as kind opgruuie, dan krèège we op ‘n gegeeve memènt ‘t besef, da me in ‘t leeve dienge wulle berèèke of toch in ieders geval naorstreeve. Da zèèn oonze iedeejaole. En daor kan van alles meej gebeure. Die kunne veraandere of blèève. Die kunne teegevalle of ge berèèk ze inderdaod. Ge kun nuuwe iedeejaole ontwikkele. Ge kun uit teleurstellieng al oew iedeejaole kwèètraoke. 

Ik ben erg benieuwd wat u te vertellen heeft over uw idealen. U kunt uw hart luchten door uw verhaal uiterlijk dinsdag 31 mei 2022 op te sturen naar luysterburg01@ziggo.nl en dan kan ik u verzekeren dat onze lezers dit graag zullen lezen.