Grote Bonte Specht
Grote Bonte Specht Foto: Ria Hogerwaard

Wandeling door Halsters Laag

Algemeen

Deze week voert de dagelijkse wandeling ons naar het Halsters Laag, waar we het “Natte Laarzenpad” willen lopen. Het natuurgebied heeft als status de naam “Natte Natuurparel” gekregen. In het Halsters Laag is een Laarzenpad van 4 km uitgezet: Het Frans-paadje. 

Om bij de parkeerplaats en het startpunt van de wandeling te komen, sla je de inrit naar Laageinde 26 in. Vervolgens volg je bij de wandeling de bordjes met de blauwe laarsjes. De grond is soms erg drassig en daarbij, als het veel regent, staat er op bepaalde stukken ook wel een laag water. Dan is het verstandig om laarzen aan te doen. Dat hebben wij bij een vorig bezoek geweten. We kwamen toen, bijna bij het eind, bij een veehek waar de koeien zich verzamelen (als ze buiten zijn) en de grond op die plekken is vertrappeld. Als daarop dan veel regen valt, worden het ware modderpoelen, waar we niet met onze wandelschoenen doorheen konden. We dachten slim te zijn en liepen over de onderste stang van het openstaande hek over de plas, maar het hek was te kort, we moesten eraf en gingen tot onze enkels in de modder, waardoor onze schoenen volliepen. Soppend moesten we toen onze weg vervolgen. Nu was het al een paar dagen droog en is het goed te doen met waterdichte wandelschoenen.

Het is nog iets te vroeg in het jaar om er bijzondere vogels waar te nemen, maar we treffen toch wat leuke soorten, zoals Roodborsttapuiten, Graspiepers, Rietgorzen en de Grote Bonte Specht, die in golvende bewegingen over het veld vliegt en op een boom landt. We genieten van het landschap, de vele smalle slootjes, die richting de Ligne stromen en de ontluikende bomen en struiken. We zien zelfs al wat vlinders zoals, Kleine Vos, Dagpauwoog en Citroenvlinder. Halverwege de route kom je langs de zogenaamde bungelbankjes. Je moet klimmen om erop te komen, want je benen komen niet bij de grond. Maar het is een leuke plek om even te rusten of desgewenst je meegebrachte lunch te nuttigen. Ooit wilde ik daar, op een zomerse dag, rusten en zag dat er op de banken honderden Lieveheersbeestjes zaten. Ik ging ernaast zitten, maar ze wilden de bank niet met mij delen, want tot mijn verbazing beten ze. Het waren slechts speldenprikjes, maar toch niet zo “lief”.

Ria Hogerwaard