De acht bewoners en familie van Stralen van het Thomashuis Lepelstraat vormen één groot gezin.
De acht bewoners en familie van Stralen van het Thomashuis Lepelstraat vormen één groot gezin. Foto: Dennis van Loenhout

Thomashuis Lepelstraat één groot gezin

Algemeen

LEPELSTRAAT – Wie Lepelstraat kent, kent ook het Thomashuis aan de Kladseweg. Het Thomashuis is een kleinschalige woonvorm voor mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking, maar ondernemers Klazina en Raymond van Stralen weten een betere omschrijving: “We zijn gewoon één groot gezin.”

In het Thomashuis in Lepelstraat voelen acht bewoners – de jongste is 20, de oudste 65 – zich enorm thuis. Karlijn kan bijna niet stoppen met lachen als ze zegt: “het is hier fijn!” en Wilfred roept “ja!” omdat hij Karlijns woorden kracht bij wil zetten. Kris zegt: “Raymond is zo’n aardige man!” en Angelé zegt niks. Zij loopt gewoon naar Klazina en geeft haar een knuffel. Klazina en Raymond van Stralen zijn nu ruim een jaar eigenaar van het Lepelstraatse Thomashuis. De grens tussen werk en privé is voor hen vrijwel helemaal vervaagd, en ze zouden het niet anders willen.

“Een Thomashuis runnen is een lifestyle”, zegt Klazina met een grote glimlach. Toen ze in een grote zorginstelling werkte leerde ze dat “opboksen tegen een grote organisatie” niks voor haar was. Ze solliciteerde bij Thomashuis Lepelstraat, waar ze zich als een vis in het water voelde. Met haar echtgenoot Raymond nam ze het Thomashuis in Lepelstraat tijdens vakanties waar. Langzaam maar zeker werden Klazina en Raymond verliefd op Lepelstraat ook het concept Thomashuis sprak hun erg aan: “Onze kinderen hadden het hier enorm naar hun zin, en ook Raymond vond het hier fantastisch. Zelf had ik al langer de droom om een eigen Thomashuis te starten”, vertelt Klazina. “Door Lepelstraat ging Raymond overstag en sloten we een compromis: in plaats van een Thomashuis te starten, zouden we op zoek gaan naar een Thomashuis dat we konden overnemen. Dat werd uiteindelijk Lepelstraat, beter kon niet.”

Een Thomashuis overnemen doe je niet zomaar, daarvoor heb je een serieus bedrijfsplan nodig en wordt een zorgvuldige screening uitgevoerd. Raymond en Klazina doorstonden die met vlag en wimpel, en nu ze aan de slag zijn merken ze dat hun werk steeds minder procesgestuurd en steeds meer gevoelsmatig wordt. “Met acht bewoners zijn we klein genoeg om elke bewoner de aandacht te geven die hij of zij verdient. Ouders kiezen voor een Thomashuis omdat ze hun kind een plek voor het leven gunnen, daarvan zijn we ons heel bewust. Iedereen is hier zichzelf, onze bewoners, ons team, wijzelf en onze kinderen. Dat houdt het voor iedereen leuk.”

Onze kinderen komen bij de bewoners over de vloer, de bewoners komen bij ons en zelfs onze hond Keet komt overal. We hebben hier een kleinschalig dagbesteding, maar onze bewoners volgen ook externe dagbesteding. Dan gaan ze naar hun “werk”, want contact met de buitenwereld ( integreren in de samenleving) is ook heel belangrijk. We zijn een Thomashuis, maar we zijn ook gewoon één groot gezin.”

Ook Raymond is inmiddels helemaal overtuigd van de juistheid van hun keuze: “Voorheen werkte ik voor het Waterschap, nu ben ik vooral bezig met het werk op ons terrein van een hectare. Dat doe ik samen met onze bewoners, en ik geniet er elke dag van “om te zien hoeveel plezier ze hier in hebben en hoe trots ze zijn op hun werk”, zegt hij, “soms is het ook lastig. Corona blijft lastig, zeker omdat onze bewoners kwetsbaar zijn. We hebben tijdens de lockdown een speciale coronahuiskamer ingericht waar bewoners hun familie kunnen ontvangen en dat werkt goed. Vorig jaar verloor “onze” Wilfred binnen twee dagen zijn beide ouders aan het coronavirus. Dat was een enorme klap, ondanks dat hij het Syndroom van Down heeft wist hij precies wat er aan de hand was. In die tijd had hij veel aandacht nodig, zocht hij extra knuffels en wilde hij vaak wandelen. Hij krijgt alle aandacht die hij nodig heeft, want hoewel we geen familie zijn hoort hij toch bij ons gezin. Zo gaat dat bij een Thomashuis.”