Afbeelding

Kans op vorst aan de grond

Algemeen

Het jaar begon met temperaturen die nog nooit waren voorgekomen in de maand januari sinds de eerste meting van 300 jaar geleden. 

Uit Parijs kreeg ik het bericht dat het op oudejaarsdag 18 graden Celsius was. In Woensdrecht was het op die dag 13,8 graden. Parijs is een stad die te maken heeft met het stadseffect ook wel het hitte-eilandeffect genoemd. Hierdoor zijn de temperaturen hoger dan op het landelijk gedeelte. Het stadseffect wordt door verschillende factoren veroorzaakt. Onder andere door het snel afvoeren van het regenwater. Het water krijgt niet de kans om te verdampen. Bij verdamping wordt er warmte uit de omgeving onttrokken. De windsnelheid, de snelheid wordt afgeremd door de gebouwen in de stad waardoor er minder verkoeling is. Het asfalt, beton en stenen absorberen overdag veel energie en stralen dat ’s nachts weer uit. Door het meerdere keren reflecteren van het zonlicht op gebouwen en pleinen, wordt er steeds meer energie opgenomen. Door dit stadseffect kan er een temperatuurverschil van 7 graden Celsius ontstaan in vergelijk met het platteland. 

Over temperatuur gesproken, deze week werd het niet zo extreem warm. Woensdag op donderdag kregen we even een noordwestelijke stroming. De dagen daarna draaide de stroming richting het zuidwesten, wat onbestendig weer betekende en de kans op (winterse) neerslag deed toenemen. Tijdens het weekeinde kans op vorst aan de grond. Na het weekeinde wat vaker de zon.

Weerspreuk: Als in januari de vorst niet komen wil, dan stellig in april. 

Afbeelding