Eugène Jansen met zijn nieuwste boek waarin onder meer een verhaal staat over Amalia uit Hoogerheide.
Eugène Jansen met zijn nieuwste boek waarin onder meer een verhaal staat over Amalia uit Hoogerheide. Foto: Dennis van Loenhout

Eugène Jansen schrijft boek met balpen

Algemeen

HOOGERHEIDE – Niks vindt Hoogerheidenaar Eugène Jansen mooier dan geschiedenis. Die liefde deelt hij al jaren met zijn streekgenoten, door boeken te schrijven over de historie van de Zuidwesthoek. Hij schrijft met balpen, maar dat maakt zijn verhalen niet minder leuk of interessant.

In zijn woonkamer in Hoogerheide, die vol staat met antieke relikwieën, wijst Eugène Jansen (85) op de cover van zijn nieuwe boek. “Zie je die mooie dame?” zegt hij, “dat is Amalia, zij kwam uit Hoogerheide, rond 1900 is ze geboren.” Eén van de drie verhalen in Jansens nieuwe boek gaat over Amalia. Over hoe haar vader, die van origine herbergier was, na de Eerste Wereldoorlog een rendez-voushuis begon in het Belgische Mariaburg. “Een hoerenhuis dus”, verduidelijkt Jansen. 

Amalia’s vader was onverbiddelijk en zette zijn dochter daar aan het werk. Ze maakte kennis met Hector Carlier, een schatrijke bankier en industrieel. Met hem kreeg Amalia drie kinderen, en na Carliers dood in 1946 ontstond een ware soap rond de erfenis. “Carlier zou een hartaanval hebben gehad, of zelfmoord hebben gepleegd, maar er werd ook gezegd dat zijn kist was gevuld met keien en dat hij naar Zuid-Amerika was gevlucht. Nog maar een jaar of vijftien geleden overleed de laatste dochter van Amalia en Carlier. Het familiefortuin schonk ze aan de Koning Boudewijnstichting en aan enkele particulieren die haar hadden gemanipuleerd. De kranten in België stonden er vol van. Iedereen smulde ervan, ik ook. In mijn boek vertel ik het hele verhaal. Ik denk dat deze verhalen veel mensen zullen aanspreken.”

Eerder schreef Jansen al boeken over Achttienhuizen, de Kabeljauwpolder en de Noordpolder. In die laatste polder werd hij geboren en deed hij als amateur-archeoloog allerlei interessante opgravingen, vaak samen met boezemvriend Rokus van den Bergh, die hem ook dikwijls voorziet van onderwerpen om over te schrijven.

“Waarom ik altijd over de Zuidwesthoek schrijf? Ik kan niet anders. Dingen opzoeken op internet, zoals andere schrijvers, dat kan ik niet. Ik heb mijn balpen, ik heb boeken en vooral veel herinneringen en kennissen met verhalen, zoals Rokus. Ik schrijf geen wetenschappelijke stukken, maar wil mensen iets leren over de interessante historie van onze streek. De verhalen in mijn nieuwe boek zijn leuk en interessant. Ik schrijf niet alleen over Amalia, maar ook over de Noordpolder van Ossendrecht en de watermolen, en over 500 jaar Hoeve De Vos. Weet je dat die hoeve al sinds 1524 operationeel is? Bijna 500 jaar, dat is toch onvoorstelbaar mooi?”, aldus Eugène Jansen.