Nieuwbouw
Nieuwbouw

Ontwikkeling van woningvoorraad in provincie en regio

Algemeen

REGIO - De komende jaren wacht de provincie Noord-Brabant nog een behoorlijke woningbouwopgave. Tot 2030 zal de woningvoorraad nog met 120.000 woningen moeten toenemen, oftewel zo’n 12.000 woningen per jaar. Dit om de verwachte groei van het aantal huishoudens op te kunnen vangen en bestaande woningtekorten terug te dringen. Regionaal zijn er grote en toenemende verschillen in groei van de woningvoorraad. De groei concentreert zich in stedelijke gebieden.

In 2020 telt Noord-Brabant 1.140.000 woningen. Op grond van de jongste inzichten met betrekking tot de bevolkings- en huishoudensontwikkelingen zal de woningvoorraad tot aan het einde van de prognoseperiode moeten blijven groeien, al neemt de groei in de loop van de (prognose)jaren wel duidelijk af. Naar verwachting staan er in 2050 bijna 1.360.000 woningen in onze provincie, liefst 100.000 meer vergeleken met de vorige provinciale prognose uit 2017. 

West-Brabant

In de regio West-Brabant zal de woningvoorraad in de periode 2020 tot 2050 toenemen van 315.600 woningen in 2020 naar 356.200 in 2050. In westelijk West-Brabant gaat het om groei in totaal zeven gemeenten. De woninggroei is met name bedoeld voor de middelgrote steden in het concentratiegebied, Bergen op Zoom en Roosendaal. Landelijk gebied omvat de gemeenten Halderberge, Moerdijk, Rucphen, Steenbergen en Woensdrecht. In de periode 2020-2030 is groei van de woningvoorraad in West-Brabant 25.900, in de periode 2030-2040 is dat aantal 11.500 en van 2040-2050 nog eens 3.300 woningen. Het totaal aantal woningen groeit in deze regio in dertig jaar tijd met 40.600 naar 356.200.

Bergen op Zoom en Woensdrecht

Indicatie toename van de woningvoorraad per gemeente, in de periode 2020-2030: 2.030 in Gemeente Bergen op Zoom, van feitelijk 30.885 in 2020 naar 33.735 woningen in 2040. Gemeente Woensdrecht, in de periode 2020-2030 een toename van 495 woningen, feitelijk van 9.865 in 2020 naar 10.440 woningen in 2040.  

Provincie
Tot 2050 neemt de woningvoorraad in Noord-Brabant nog toe met een kleine 220.000 woningen (+19%). Een groot deel van die groei – bijna 160.000 woningen, oftewel driekwart van de opgave – zal voor 2035 moeten worden gerealiseerd en zo’n 120.000 woningen al voor 2030. Dat betekent dat er de eerstkomende 10 jaar in onze provincie gemiddeld jaarlijks zo’n 12.000 woningen aan de voorraad zullen moeten worden toegevoegd.

Effecten

De laatste jaren is er Brabant-breed sprake van een (stevig) herstel van de woningmarkt en van de woningbouwproductie. Nu is het op veel plaatsen vooral zaak het bouwtempo op peil te houden, terwijl voor tal van andere plaatsen geldt dat het tempo (nog altijd) verder omhoog moet. En dat alles tegen een achtergrond van veranderende demografische ontwikkelingen (sterke(re) bevolkingsgroei, zeker op de middellange termijn), maar ook ‘stikstof’ en ‘corona’, waarvan het nog lastig is in te schatten wat de komende tijd de (financieel-economische) effecten zullen zijn op de woningmarkt en het bouwtempo in Nederland en in Brabant.
Versnelling van de woningbouw en (vervolgens) vasthouden van het bouwtempo is een belangrijke doelstelling van de Brabantse Agenda Wonen.

Bouwtempo

De oorzaken van een, soms nog wat, achterblijvend bouwtempo verschillen per gemeente en per locatie. Naast ‘stikstof- en corona-perikelen’ is het gebrek aan personele capaciteit bij ontwikkelaars, bouwers en gemeenten, na jaren van saneren, evenals een tekort aan bouwmaterialen een veel gehoord geluid. Ook de lange procedures, (te) hoge grondprijzen en de vaak complexe vraagstukken rond de (financiële) haalbaarheid van binnenstedelijke (her)ontwikkelingstrajecten worden geregeld aangehaald. De gevolgen van de aanpassingen in het corporatiebestel voor de investeringsmogelijkheden van woningbouwcorporaties kunnen regionaal of lokaal eveneens een rol spelen. Ten slotte sluiten vraag en aanbod in woningbouwplannen (nog) niet altijd voldoende op elkaar aan.

Wonen met zorg en welzijn
De Brabantse bevolking vergrijst: er komen steeds meer ouderen, die bovendien steeds ouder worden. Het aantal 80-plussers verdubbelt bijna tussen nu en 2040 en blijft ook daarna nog toenemen. En veel van die ouderen krijgen vroeg of laat te maken met mobiliteitsbeperkingen of aandoeningen als dementie.
De komende jaren zal er daarom veel aandacht moeten zijn voor het ‘wonen met zorg en welzijn’.