Onderbroekenelastiek
Onderbroekenelastiek

Volluk: Ondergoed

Algemeen

Ondergoed         

Ik ben een product van de babyboom, die zo tussen 1945 en 1960 over de westerse wereld rolde. De naam zegt alles over dit tijdvak, er werden namelijk veel kinderen geboren. Aan een kant wel een voordeel voor ons, er was nog geen of weinig anticonceptie voorhanden, anders zou een deel van mijn leeftijdgenoten nooit bestaan hebben. Maar het had ook nadelen. Zo moesten we het weinige wat er voorhanden was altijd delen, onder andere schoolbanken, speelgoed en -veldje, het beetje geld dat er was, et cetera. Ook kleding werd er vaak doorgegeven van oudere naar jongere kinderen en ook tussen familie of bekenden werd onderling geruild.

Uitzondering was ondergoed, wat bij ons altijd nieuw werd gekocht. Ik ken er die nog gebreid ondergoed droegen maar bij ons kan ik me alleen vaag een zwembroek en/of zwempak herinneren dat van een soort wollen stof was gemaakt. Nee, ons ondergoed was van katoen of flanel, en bestond uit: onderbroek, altijd met een gulp. En een hemd, met in de winter een borstrok over je hemd, alles netjes wit natuurlijk. Mijn oma waarschuwde altijd: ‘Zorg dat je altijd schoon ondergoed aan hebt, voor het geval je een ongeluk krijgt en naar het ziekenhuis moet.’
Wij hadden thuis alleen jongens, dus de stapel ondergoed was van allemaal, in ieder geval voor hen die in leeftijd niet veel scheelden. Het merk was altijd Janssen en Tilanus, wat stond voor goede kwaliteit. In die tijd was op onze katholieke school ook normaal dat er vaak een gewijde medaille op het hemd werd gespeld, vooral bij de kleinere kinderen. Alle jongens van onze leeftijd droegen op de lagere school een korte broek, en dan niet die modellen die je nu tegenkomt. Nee, het was bij ons allemaal met hetzelfde model: type padvindersbroek! Alleen in de winter was er een lange broek, al waren er jongens die heel lang een korte broek bleven dragen. Het voordeel hiervan (voor de ouders) was, dat als je viel, alleen je knieën kapot waren! Ook meisjes liepen in de winter veel met blote benen, maar dat een andere keer.

Vooral bij grotere gezinnen van meer dan 6 kinderen gebeurde het vaak dat er ondergoed gedragen werd van een oudere broer en soms zus. Of het gebeurde dat de rek eruit ging en je onderbroek van onder je korte broek te zien was. Je ‘vlagt’ werd er dan geroepen. Wanneer er zoiets gebeurde en je moeder was erbij, werd vaak met een veiligheidsspeld de onderbroek aan je hemd vastgemaakt zodat die niet meer afzakte. Thuis werd er dan een nieuw ‘stiek’ in de rand van je onderbroek gemaakt, en kwam er een misselijk knoopje in te zitten, dat je heel de dag voelde zitten. Nee, weggooien kwam niet voor, recycling was toen de gewoonte.
Volwassen mannen droegen ook vaak een lange onderbroek, naast wit was er ook een blauwe variant. Deze werd vaak gebruikt bij vuil werk/landbouw, dan zag je niet zo snel dat hij vuil was. Nee, elke dag een schone was onbekend.
Tot de volgende Volluk, 

Twan Simons