Afbeelding

Nieuw dialectwoord: Plaoge

Algemeen

Beste lezers,

Inmiddels zijn we begonnen aan de vijfde jaargang van deze rubriek. Ik ben er destijds (eind 2016) met veel genoegen mee gestart en het plezier is steeds groter geworden. Wanneer ik wandel in Hoogerheide, word ik door bijna iedereen herkend en vriendelijk en enthousiast begroet. Heel vaak wordt mij in het voorbijgaan even meegedeeld, dat men vaste lezer is van deze column. Ik ben u dan ook erg dankbaar en hoop u nog lang dat wekelijkse plezier te kunnen verschaffen. Natuurlijk houdt dit in, dat ik de inzenders van verhaaltjes en vooral niet te vergeten de Halsterse Krant & de Zuidwestkrant veel dank verschuldigd ben. Zonder hen was deze rubriek niet mogelijk.

En dan gaan we nu weer maar snel ...

Waareke (het woord van de vorige keer)

Yvonne Rijk heeft weer een interessante en zeer herkenbare tekst ingeleverd: 'Volgens mijn grootouders wisten wij niet wat "waareke" was. Vroeger, toen werd er "gewaarkt." De mannen gingen toen voor dag en dauw te voet op pad om bij de boer of elders te gaan "waareke". Soms moesten ze wel 5 kilometer of meer "lwoope." "De schoofzak en drienkesbuus mej." 's Avonds weer te voet dezelfde weg terug naar huis. Daar wachtte moeder de vrouw met het avondeten. Meestal een flink maal. Lekker vet spek of iets dergelijks. Dan vroeg naar bed, want de volgende dag weer hetzelfde ritueel.

Ook waren er veel mannen die in Duitsland gingen werken. Die waren wel weken "vanuis." Mijn vader ging ook "met de week vanuis." Hij werkte overal in Nederland. Met openbaar vervoer er naar toe en dan de hele week "in de kost."

De vrouwen gingen in die tijd nog "nie waareke." Die moesten "veur tuisouwe zurrege." De dochters daarentegen die "gienge mweestal diene." Dat wil zeggen dat ze, meestal in België, vooral in Antwerpen, bij gegoede mensen "veur tuisouwe en de kienders gienge zurge." Ze waren dan ook een week of langer "vanuis." Soms waren deze meisjes nog erg jong. Niet zelden kwamen ze gewild of ongewild thuis "mej nen Belze vrijer." Op deze manier zijn er in die tijd veel Belgen hier komen wonen en zijn er ook "veul Ostrechtse maskes" in België gebleven. Wat "waareke" betreft is de tijd veel veranderd.

Ook wat betreft het vervoer van de werknemers. Ik herinner me nog heel goed dat onze overbuurman bij "De Nettebouw" werkte. Iedere morgen werd hij opgehaald door , in mijn ogen, een beestenwagen. De chauffeur kon naar buiten kijken, maar de passagiers zaten op twee houten bankjes tegenover elkaar in de laadbak van de bus. Achter de bus hing een trapje en daar konden ze in- en uitstappen.

Al is niet alles ten goede veranderd, mensen vervoeren in een beestenwagen komt vandaag de dag niet meer voor gelukkig.

Ook Peter Borremans heeft weer zijn uiterste best gedaan. Zoals gewoonlijk pik ik de 'krenten' eruit:

'Waareke is werken. Waarek is werk. ’n Waarekmeens is een arbeider. ’n Waarekske is een werkje. ’n Waarekwienkel is de werkplaats van een timmerman.

Uitdrukkingen: Da’s gin waarek (Dat is niet eerlijk). Waarek emme n’ies nieks, mar waarek ouwe (Het is de kunst om niet alleen werk te hebben, maar ook in de toekomst werk te houden). Van waareke gao g’t beste pèèrd nog kepot (Opmerking van iemand die werkschuw is). Ge moes waareke da d’oew naoje ammel kraokte (Je moest zeer hard werken). Van waareke n’ies nwoot iemes dwoodgegaon (Van werken is nooit iemand doodgegaan). Zémme n’m daor nie al te netjes uitgewaarekt (Ze hebben hem daar op een niet al te nette manier weggewerkt).

Verwante uitdrukkingen: IJ kreg ’t grjeel aon (Hij moet van school en gaan werken). Vremd'wooge dwienge (Gezag van buitenaf werkt goed). Pwootaon speule (Hard doorwerken).

Over zichzelf vertelt Peter: Ik werk al 42 jaar bij het WVS. Ik werk aan mijn conditie. Ik doe huishoudelijk werk en ik doe vrijwilligerswerk.'

Peter heeft nog iets leuks genoemd, maar ik houd u nog even in spanning, want daar wacht ik mee tot volgende week!

Het nieuwe woord

Ik wul 't zeeker nie ebbe oover peste en trèètere, want da zèèn zaoke waor ik nie van gediend ben. Mar ik wul 't van kjeer 's gèère n'ebbe oover ... plaoge. Iederjeen doe ta ommes wel 's en iederjeen wor d'ok wel 's geplaogd, sommegte meense nogal dikkels.

Wie doede gij wel 's plaoge? En wa doede dan? En wie plaog jou? En oew? Kunde gij d'r goed teege of worde swèèle kwaod?

Wa vur jeugderinnerienge edde gij nog aon plaoge? Op school of tuis of onderweege nor 't school?

Al uw leuke en interessante verhalen zijn tot en met dinsdag 19 januari 2021 van harte welkom op het adres: luysterburg01@ziggo.nl en u weet, dat u er onze lezers (en mij) een enorm genoegen mee doet. Uzelf uiteraard ook, want het is altijd leuk om uw eigen verhaal te zien afgedrukt. Tot volgende week! En blijf gezond, beste mensen!