Aardbeien plukken in de vakantie
Aardbeien plukken in de vakantie

Volluk: Vakantie? Nu even niet, maar vroeger?

Algemeen

Zelf zit ik hier met een voucher, de vakantie kon niet doorgaan vanwege corona. 'Och', zou mijn vader zeggen, 'nu heb je hem nog tegoed en anders was het nu weer voorbij'. Het glas was altijd half vol voor hem.

Dit jaar dus niks, maar hoe zat dat vroeger? Toen gingen we nooit op vakantie, laat staan meerdere keren zoals nu gebeurde. Laten we begin jaren '60, pakweg 1964 nemen. Na de laatste schooldag stormde de jongensschool leeg; hoera de vakantie is begonnen, zo'n zes weken geen school. Nu was ons altijd geleerd, in de vakantietijd had je lekker veel tijd om wat bij te verdienen. Vakken vullen of ander vakantiewerk bestond nog niet. Nee, voor ons was het wekenlang plukken van aardbeien en bonen, dus op je knieën, al die tijd! Hiermee verdiende je dan wat geld voor iets extra's waar je normaal niet aan toe kwam, natuurlijk vooral nuttige dingen en soms voor 'iets plezierigs', zoals de kermis en een ijsje. Je was een geluksvogel als je kennissen of familie had, waar je een week of wat naartoe mocht komen. Wel zelf de reis verdienen natuurlijk.
Nu wisten wij ook niet beter, heel de buurt bij ons, op een enkeling na, bleef thuis. En die enkeling ging dan naar een huisje of veelal met de tent op vakantie. We waren wel zo kortzichtig, dat wanneer het slecht weer was, en dat gebeurde nogal eens, we om deze mensen moesten lachen.
Nee, wij bleven altijd thui en als het heel warm was gingen we 's middags naar de Halsterse dijk, alwaar ze een stuk hadden afgebakend om te zwemmen. Of naar de Heide, je moest daar als kinderen oppassen voor groepen uit Bergen op Zoom, die dit als hun territorium beschouwden. Alleen met een groepje en als het kon wat grotere broer of zussen erbij, werd je getolereerd. Met wat fruit en een fles Exota prik limonade (voor 4 man) mee, was je een dag weg. Wanneer we ons verveelden was er geen ouder die voor ons een speurtocht, spelletjes of knutselmiddag verzon, vakantiespel moest nog worden uitgevonden. Ook media waren er niet en wat er wel was en geld kostte was not done. Nee, de ouders hadden zelf genoeg achterstallige karweitjes te doen, en daar gebruikten ze de vakantiedagen voor. Een vliegtuig zagen wij alleen van dichtbij op het bordes van Schiphol, wanneer we met de busreis van de VeGe winkelier mee gingen. Hiervoor had mijn moeder heel het jaar zegeltjes gespaard.
Wel maakten we als jongens tochten, waarbij we op de hoek van de straat beslisten of we rechtsaf naar Fort de Rover of linksaf naar de polder gingen. We waren heel de dag pleite, dus niemand wist waar wij zaten. Wat als er wat gebeurde? Daar dacht je niet aan. Snel veranderde de tijd. Voor de oudere jeugd kwam Renesse en Valkenburg in zwang, als vakantiebestemming, dit veelal op de brommer. En al na een paar jaar was het heel gewoon, dat zowat iedereen met de auto en zelfs vliegtuig op vakantie ging. Ieder jaar kwamen er nieuwe bestemmingen bij. Nu is (was) het al gewoon wanneer je meerdere keren weggaat. En de boer? Die moest een plukmachine huren, of op zoek naar arbeidsmigranten. Het weer: zomervakantie 1964, warmste dag 18 juli 23,7 graden; 21 juli 14 mm regen; 19 augustus 42,7 mm regen!; 26 augustus 22,2 graden. Toch een fijne tijd!

Tot de volgende Volluk, Twan Simons.